Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANTIPARALLEL

betekenis & definitie

Twee rechte lijnen lopen antiparallel ten opzichte van de benen van een hoek, indien zij gelijke hoeken maken met de deellijn van die hoek (en dus ook met de deellijn van de nevenhoek), die aan verschillende zijden van die deellijn liggen. Indien de gelijke hoeken aan dezelfde zijde van de deellijn lagen, waren de lijnen evenwijdig of parallel.

Voorbeeld: een zijde van de voetpuntsdriehoek is antiparallel met de niet aanliggende zijde van de oorspronkelijke driehoek (nl. ten opzichte van de overstaande hoek). Men bedenke wel, dat antiparallel dus niet zoals de term „parallel” een bijzonderheid van twee lijnen op zichzelf beschouwd uitdrukt, maar een betekenis heeft die relatief is ten opzichte van de beschouwde hoek.

< >