Italiaans taalgeleerde (Bologna 6 Jan. 1866 - Venetië 5 Juli 1929), was hoogleraar in Semietische philologie en taalwetenschap te Bologna. Hij verdedigde de theorie van de eenheid van alle talen der wereld en trachtte deze in verschillende onderzoekingen te bewijzen; daarbij toonde hij een verbazingwekkende talenkennis, maar een weinig strenge methode.
Op het laatst van zijn leven meende hij een oplossing voor het probleem van het Etruskisch te hebben gevonden.Bibl.: L'unità d’origine del linguaggio (1905); Saggi di glottologia generale comparata (3 dln, Bologna 1908-1920); Introduzione agli elementi di glottologia (Bologna 1922); Elementi di glottologia (Bologna 1923); La lingua etrusca (Firenze 1928).
Lit.: A. Balleni, A. T. (Milano 1930): Scritti in onore di A. T. (Milano 1938).