noemt men het verschijnsel bij kinderen, waarbij tijdens de voeding lucht in grotere of kleinere hoeveelheid wordt ingeslikt. Men ziet het ook bij gezonde zuigelingen.
Bij borstvoeding bestaat er kans, dat er te veel lucht wordt ingeslikt, wanneer het kind niet goed wordt aangelegd, zodat het naast de tepel lucht naar binnen kan zuigen. Bij fleskinderen is aërophagie het gevolg van een te groot gat in de speen, waardoor de moeder de fles te veel in horizontale stand aan het kind reikt. Verschijnselen treden op, wanneer er grotere hoeveelheden lucht worden ingeslikt: het kind is onrustig na het drinken, boert veel op, en kan een groot deel van de voeding weer uitbraken. Hierdoor kan het zelfs komen tot gewichtsverlies.