Hieronder verstaat men de woekering van de derde amandelklier (tonsilla pharyngea, ook tonsil van Luschka genoemd) gelegen in het bovenste en achterste gedeelte van de neuskeelholte in de nabijheid van de uitmonding van de Eustachiaanse buis (z oor). De klierwoekering kan de opening van deze buis min of meer afsluiten, waardoor de ventilatie van de trommelholte wordt belemmerd met als gevolg verminderde gehoorscherpte of zelfs doofheid.
Bovendien vernauwt deze woekering de neuskeelholte, zodat de neusademhaling wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt. De klier wordt gemakkelijk besmet (adenoïditis) met soms ernstige gevolgen (otitis, rhinitis, bronchitis, enz.).Het lijden komt meestal voor bij kinderen in de schooljaren en is gekenmerkt door mondademhaling, recidiverende en langdurige neusbesmettingen, gebrek aan concentratievermogen (aprosexie) verminderde en onregelmatige gehoorscherpte, „dode” spraak en een suf uiterlijk. Op latere leeftijd gaan de woekeringen geleidelijk terug en zij hinderen ook minder wegens de toeneming der ruimteverhoudingen. Doch de gevolgen hiervan zullen blijven bestaan (gehemelte-misvormingen, onvoldoende lichamelijke ontwikkeling enz.). Om dit te vermijden, moeten de adenoïde woekeringen vroegtijdig genoeg worden verwijderd. De diagnose wordt gesteld door het onderzoek met de neuskeelspiegel en eventueel door afvoelen van de neuskeelholte met de vinger. De operatie wordt door de mond uitgevoerd (adenotomie). Na verwijdering van de klier verdwijnen vlug alle verschijnselen, maar een normale neusademhaling moet soms opnieuw worden aangeleerd.