Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zutphen

betekenis & definitie

Zutphen (Hendrik van), een ijverig bevorderaar der Hervorming, heette eigenlijk Muller of Möller, maar werd naar zijne Geldersche geboorteplaats van Zutphen genoemd. Hij aanschouwde aldaar het levenslicht in 1488, werd voor den geestelijken stand bestemd en bezocht de hoogeschool te Wittenberg, waar hij het onderwijs van Luther bijwoonde. Nadat hij den graad van baccalaureus verworven had, trad hij in de Orde der Augustijnen en vertoefde eerst in een klooster te Keulen, waarna hij prior werd in een klooster te Dordrecht. Toen voorts Luther in 1517 den strijd tegen den aflaathandel had aanvaard, waren hij en Jacob Spreng, prior van een Augustijner klooster te Antwerpen, de eerste aanhangers van dien Hervormer in de Nederlanden.

Beiden hielden briefwisseling met Luther, en in 1521 begaf zich van Zutphen naar Wittenberg, om zijne betrekking met Luther te vernieuwen. Weldra keerde hij terug en zette na de gevankelijke wegvoering van Spreng in diens plaats te Antwerpen het werk der Hervorming voort, totdat hij in 1529 met al de monniken van het Augustijner klooster werd gevangen genomen. Op last van den Keizer, waaraan de landvoogdes Maria van Oostenrijk gevolg moest geven, werd een scherp onderzoek ingesteld naar het geloof der gevangenen, en de Raad van onderzoek had hem weldra tot den marteldood bestemd, waartoe hij gedurende de stilte van den nacht naar Brussel zou worden vervoerd. Het volk echter schoolde op den 29sten September 1522 bij duizenden te zamen, ijlde in opgewondenheid naar den kerker, verbrak grendels en sloten en bragt den beminden Hervormer in zegepraal naar het klooster terug. Van Zutphen achtte zich intusschen te Antwerpen niet langer veilig en besloot, over Holland en Westfalen naar Wittenberg te reizen. Op dien togt kwam hij te Bremen en hield er op verzoek van eenige aanzienlijke burgers eene leerrede in de Ansgari-kerk. Terstond ontving hij van de gemeente het verzoek om aldaar te blijven, waaraan hij tijdelijk gehoor gaf. Doch ook daar werden hem lagen gelegd: de overige geestelijken wendden zich tot den raad en drongen aan op zijne verwijdering, en toen de opzieners der Ansgari-kerk weigerden, den leeraar te ontslaan, bragten de geestelijken hunne klagt bij den bisschop, die den raad verzocht, van Zutphen ter zijner beschikking te stellen.

Toen de raad hierin niet wilde treden, deed de bisschop eene kerkvergadering buiten Bremen beleggen en Hendrik van Zutphen dagen, aldaar te verschijnen. Deze bleef echter afwezig, zoodat hij onder afkondiging van het Keizerlijk edict van Worms veroordeeld werd. Inmiddels zette hij zijne prediking voort, ook op andere plaatsen, waarna hij door den invloed van den verlichten priester Nikolaas Rose in het hertogdom Holstein beroepen werd. Van Zutphen vertrok naar Meldorf, maar ook hier bevonden zich vele tegenstanders van de nieuwe leer, en deze vatten het voornemen op, den vreemden leeraar heimelijk op te ligten en te verbranden. Dat plan gelukte: zij maakten zich van hem meester, sleepten hem aan een touw schier naakt en barrevoets gedurende den winternacht naar Heide, waar hij in een kelder opgesloten en door zijne bewakers mishandeld werd. Des ochtends te 8 uren kwamen zijne vijanden er op de markt bijéén en veroordeelden hem tot den brandstapel, — een vonnis, dat op de wreedaardigste wijze werd ten uitvoer gebragt (11 December 1524). Luther was zeer getroffen door den marteldood van zijn waardigen leerling, beschreef zijn uiteinde en wijdde dit geschrift aan de Christenen te Bremen. In 1830 is op de plaats, waar van Zutphen den marteldood onderging, door de gemeente te Heide een gedenkteeken opgerigt te zijner eere.