Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zuringzuur

betekenis & definitie

Zuringzuur (acidum oxalicum, C2H204), door Scheele en Bergmann ontdekt, is het eerste van eene reeks van sterke zuren, daardoor gekenmerkt, dat zij twee verbindingsgewigten waterstof bevatten, die elk afzonderlijk door een metaal kunnen worden vervangen. De zamenstelling van het zuringzuur is zoodanig, dat door eene andere rangschikking der bestanddeelen koolstofoxyde, koolzuurgas en water gevormd worden. Het wordt dan ook in laatstgenoemde twee koolstofverbindingen ontleed, zoodra het verwarmd wordt met geconcentreerd zwavelzuur. Het kristalliseert met 3 verbindingsgewigten water in kleurlooze, doorzigtige, zeszijdige zuilen, in platen of naalden, smaakt zeer zuur, kleurt lakmoespapier zeer rood, heeft geen reuk en lost gemakkelijk op in warm water.

In drooge lucht vervalt het tot een fijn poeder doordien het zijn kristalwater verliest. Het smelt bij 98°C., sublimeert bij sterkere hitte en wordt bij 155° C, onder het koken in koolzuur, kooloxyde en mierenzuur ontleed. Het werkt als vergif op het dierlijk ligchaam, en tot de tegengiften behooren krijt en magnesia. Wegens zijne sterke neiging om het calciumzout te vormen, dat moeijelijk oplost in water, wordt het aangewend tot het ontdekken van calciumverbindingen. Ook doet het goud uit zijne oplossingen in de gedaante van dunne metaalblaadjes neerslaan. Zuringzuur wordt in het rijk der delfstoffen zelden gevonden, doch het is in het plantenrijk sterk verspreid. Men vindt het zuiver in het sap van Cicer arietinum en als kaliumzout in dat der Rumex- en Oxalissoorten, alsmede als zuringzuur calcium in wortels, bast en hout, voorts in eenige dierlijke zelfstandigheden. Om het te verkrijgen, lost men dubbel zuringzuur kalium op in warm water, neutraliseert de oplossing met koolzuur kalium, ontleedt het verkregen neutraal oxalzuur kalium door azijnzuur lood, verzamelt het neêrgeslagen oxalzuur lood, droogt het, digereert het met verdund zwavelzuur bij eene zachte warmte, brengt het verkregen zwavelzuur lood op een filtrum en laat het filtraat uitdampen ter kristallisatie.

Ook kan men zuringzuur verkrijgen door oxydatie van organische stoffen door middel van salpeterzuur; gewoonlijk verwarmt men suiker of zetmeel met 6—8 deelen verdund salpeterzuur in eene retort totdat de gas-ontwikkeling ophoudt. Het zuringzuur kristalliseert dan bij het afkoelen uit de zure vloeistof, maar men kan het daardoor alleen volkomen van salpeterzuur bevrijden, wanneer men het op eene matig warme plek met rust laat, daarna in water oplost en vervolgens omkristalliseert. Zuiver zuringzuur mag het papier niet wegbijten, in de lucht niet vochtig en door zwavelwaterstof niet zwart gekleurd worden. Het moet bij verwarming vervliegen zonder iets achter te laten en met baryumzouten een neêrslag geven, die door salpeterzuur volkomen wordt opgelost. Het zuringzuur verbindt zich met anorganische en organische bases. Met de eersten vormt het o. a.: enkelvoudig zuringzuur kalium, dubbel zuringzuur kalium, viervoudig zuringzuur kalium, zuringzuur natrium, zuringzuur ammonium , zuringzuur calcium enz., — en met de laatsten bijv.: zuringzure aethylaether, zure zuringzure aethylaether, zuringzure aethylkalium, zuringzure methylaether enz.

< >