Scheele. Onder dezen naam vermelden wij:
Karl Wilhelm Scheele, een uitstekend scheikundige. Hij werd geboren te Stralsund den 19den December 1742, was eerst als apothekersbediende werkzaam te Malmö en Stokholm, en overleed den 21sten Mei 1786 als apotheker te Köping. Met gebrekkige hulpmiddelen en eenvoudige toestellen ontdekte hij het zuurstofgas, vele organische zuren, het mangaan, het chloor, het barijt, de zamenstelling van vloeispaat, analyseerde het Berlijnsch blaauw en ontleedde de dampkringslucht. Eene verzameling zijner werken is in het licht verschenen onder den titel: „Opuscula chemica et physica (1788)”, alsmede onder dien van „Scheele’s sammtliche physikalische und chemische Werke (1799)”.
Ludwig Nicolaus von Scheele, eigenlijk Scheel, een Deensch Staatsman, geboren in Holstein den 14den October 1796. Hij was geruimen tijd ambtman (burgemeester) van Gottorp en Hutten, aanvaardde in 1846 het voorzitterschap der Sleeswijk-Holsteinsche regéring, poogde de nationale beweging tot stilstand te brengen, moest bij den opstand der Hertogdommen in Maart 1848 de vlugt nemen, en werd na het dempen daarvan in 1852 landdrost te Pinneberg, in 1853 Koninklijk commissaris bij de vergadering der Holsteinsche Standen, en vormde in 1854 te Kopenhagen een nieuw ministérie, waarin hij zich met de portefeuille van Buitenlandsche Zaken en met het beheer van Holstein en Lauenburg belastte. Als lid van den Geheimen Raad nam hij het voorzitterschap waar hij de conferentiën, in 1856 te Kopenhagen ter afschaffing van den Sondtol gehouden. In April 1857 legde hij de portefeuille neder, keerde als landdrost naar Pinneberg terug, en werd daarenboven in 1861 opperpresident te Altona. De Bondscommissarissen ontsloegen hem den 24sten December 1864 uit die betrekking en de wrevel des volks noodzaakte hem Holstein te verlaten, zoodat hij zich als ambteloos burger in Denemarken vestigde.
