Zuid- en Oosterafdeeling is de naam van een gewest, dat zich over de geheele zuid- en oostkust van Bornéo (zie aldaar) uitstrekt. Tot het zuidelijk gedeelte behoren: de afdeeling Sampit met het rijkje Kota Waringin en eenige districten, — de afdeeling Groot Dajak, — de afdeeling Doeson en Bekompai met eenige rivierschappen, — het rijk Bandjermasin, in drie afdeelingen gesplitst, — en de afdeeling Tanah Laut, — en tot het oostelijk gedeelte: Tanah Koetan met eenige landschappen, — Tanah Boemboe met eenige rijkjes, — de rijken Pasir, Koetei, Sambilioeng, Goenong-Teboer en Biloengan, — en de Tidoengsche landen. De Zuid- en Oosterafdeeling wordt bestuurd door een resident, die te Bandjermasin zijn verblijf houdt.
— Volgens een Maleisch handschrift vestigde zich omstreeks het einde der 14de eeuw aan de Negara-rivier eene Hindoe-kolonie onder Ampoe Djat Maka, die eerlang de oorspronkelijke bewoners (Dajaks) aan zijn gezag onderwierp. In de 17de eeuw koos de Vorst des lands Martapoera of Kajoe Tangi tot zijn verblijf, en het land genoot eenigen tijd groote welvaart. De handelskantoren der Hollanders, aldaar in het begin der 17de eeuw gesticht, werden wegens de trouweloosheid der bevolking in 1669 opgeheven. Eene Engelsche factorij, in 1698 aldaar op verzoek van den Sultan verrezen, werd in 1707 vernield en de bezetting vermoord. In 1711 knoopte de OostIndische Compagnie nieuwe handelsbetrekkingen aan met dat land; zij werden bij herhaling afgebroken, maar ook door de tractaten van 1734, 1746 en 1756 gedurig hersteld. In 1785 vroeg pangeran Nata hulp van den resident tegen pangeran Amir, en daar eerstgenoemde zijn ondergang voor oogen zag, besloot hij, zijn geheele rijk aan de Compagnie af te staan.
Zoo kwam deze in het bezit van Bandjermasin, welk rijk zij vervolgens aan pangeran Nata in leen gaf. In 1811 vestigden er zich de Engelschen, maar werden in 1816 door een Nederlandsch gouvernement vervangen, hetwelk de oude tractaten met den Sultan vernieuwde. Voorts werd in 1826 een contract gesloten, waarbij de vroeger vermelde landen in vollen eigendom aan Nederland werden afgestaan. Het geheele voormalige Vorstenland heeft eene oppervlakte van 391 □ geogr. mijl. Omtrent het zielental zijn de opgaven zeer verdeeld; het wordt door sommigen op 161000 en door anderen op 827000 geschat.