Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zomer

betekenis & definitie

Zomer (De) is het jaargetijde tusschen de lente en den herfst, uit een sterrekundig oogpunt de tijd van den längsten dag tot aan de volgende nachtevening. Op het noordelijk halfrond neemt de zomer een aanvang bij de komst van het middelpunt der Zon in het hemelteeken van den Kreeft (21 of 22 Junij) en eindigt wanneer dat middelpunt het hemelteeken van de Maagd verlaat (22 of 23 September). De zomer duurt 93 dagen en 14 uren. De zomer op het zuidelijk halfrond daarentegen valt zamen met onzen winter en telt slechts 89 dagen en 1 uur, in welken tijd de Zon de hemelteekens doorloopt van den Steenbok, den Waterman en de Visschen.

Dit verschil van lengte van die beide zomera ontstaat doordien onze Aarde gedurende onze lente en onzen zomer die helft van hare baan doorloopt, welke het meest verwijderd is van de Zon, waar zij volgens de wet van Kepler zich met geringer snelheid voortspoedt. Daarom zijn die beide jaargetijden te zamen (ons zomerhalfjaar) 7 dagen en 15 uren langer dan de beide andere (ons winterhalfjaar). Wegens de grootere nabijheid der Zon vertoont zich deze gedurende den zomer van het zuidelijk halfrond veel grooter dan gedurende den zomer van het noordelijk halfrond, en daarenboven wordt de Aarde gedurende den eerstgenoemden zomer krachtiger door de Zon bestraald. De hoogere stand der Zon en haar langer vertoef boven den horizon zijn oorzaken, dat in weerwil van den verderen afstand van dit hemellicht onze zomer veel warmer is dan onze winter, maar de invloed van het verschil van afstand kan bij eene vergelijking van de zomers der beide halfronden toch duidelijk worden waargenomen. Door de krachtige werking der zonnestralen is bijv. in Australië enz. het verschil van warmte in en buiten de schaduw veel grooter dan bij ons, en volgens Dove is het onderscheid tusschen den koudsten en warmsten wind op het zuidelijk halfrond het grootst in den zomer en bij ons in den winter. Terwijl voorts daar ginds in de verschillende jaren tusschen de zomers, zoo bestaat bij ons tusschen de winters het grootste verschil. Op meteorologisch gebied duurt de zomer bij ons van 1 Junij tot 1 September en op het zuidelijk halfrond van 1 December tot 1 Maart. Men heeft de grootste zomerhitte niet op den langsten dag bij den hoogsten stand der Zon, maar ongeveer eene maand later, wanneer de grond door de stralen der Zon behoorlijk van warmte voorzien is en deze aan de onderste luchtlagen mededeelt.