Zeuner (Gustav Anton), een verdienstelijk natuurkundige, geboren den 30sten November 1828 te Chemnitz, bestudeerde te Freiberg de mijnwetenschap, vertoefde geruimen tijd te Parijs, legde zich vervolgens te Chemnitz en te Freiberg toe op de mechanica, en zag zich in 1855 benoemd tot hoogleeraar in de technische mechanica en theoretische machinenkennis aan de polytechnische school te Zürich, waar hij voorts van 1859 tot 1868 als directeur op eene loffelijke wijze werkzaam bleef. Zijne geschriften: „Die Schiebersteuerungen (1858; 2de druk, 1874, ook in het Fransch en Engelsch vertaald)” en „Die Grundzüge der mechanischen Wärmetheorie (1860; 2de druk, 1866, ook in het Fransch overgebragt)” bezorgden hem grooten roem, zoodat hij naar verschillende hoogescholen beroepen werd en als hoogleeraar naar Freiberg vertrok. Hier bragt hij eene belangrijke reorganisatie der académie tot stand, maar verhuisde reeds in 1873 als directeur der polytechnische school naar Dresden, waar hij deze inrigting tot eene hoogeschool verhief.
Behalve een aantal opstellen in tijdschriften leverde hij de werken: „Ueber das Wanken der Lokomotive (1861)”, — „Das Lokomotivenblasrohr (1863)”, — „Abhandlungen aus der mathematischen Statistik (1869)”. Met Königsberger te Weenen geeft hij sedert 1876 het: „Repertorium der literarischen Arbeiten aus dem Gebiete der reinen und angewandten Mathematik” in het licht.
