Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zeist

betekenis & definitie

Zeist, een fraai dorp in de Nederlandsche provincie Utrecht, is twee uur gaans van de stad van dien naam gelegen. Het telt bijna 5000 inwoners, van welke ruim 3500 in de kom van het dorp gevestigd zijn. Het heeft in een boschrijk oord eene zeer bevallige ligging en strekt tot zomerverblijf aan vele aanzienlijke familiën. Men vindt er 5 lagere scholen, waaronder zich 2 der Moravische broedergemeente bevinden, eene kostschool voor jongens en één voor meisjes, — voorts 3 bewaarscholen, een Protestantsch weeshuis, eene inrigting voor verzwakte kinderen, onderscheidene vereenigingen en nuttige instellingen, 2 metaalgieterijen, eene groote fayence-fabriek, 2 zeepfabrieken, eene bierbrouwerij, eene azijnmakerij enz. — Reeds in 838 vindt men van dit dorp gewag gemaakt.

De heerlijkheid had te voren eene oppervlakte van 667 morgen. Het Huis te Zeist, een deftig gebouw, is in 1667 gesticht door Willem van Nassau, heer van Odijk en Cortgene. Zijn kleinzoon Willem Adriaan, vrijheer van Bergen, verkocht in 1746 het huis en de heerlijkheid aan C. Schellinger, en deze in 1767 aan Maria Agnes, gravin van Zinzendorf en Pottendorf, tweede dochter van den beroemden graaf van Zinzendorf en vervolgens gehuwd met Maurits Willem, graaf van Dohna. Sedert 1746 bevond zich te Zeist de Moravische Broedergemeente of die der Hernhutters, welke vóór dien tijd te IJsselstein gevestigd was en zich nog steeds onderscheidt door de ingetogenheid, nederigheid, werkzaamheid en godsdienstigheid van hare leden. De ongehuwden wonen er in twee afzonderlijke gebouwen, het Broeder- en het Zusterhuis, en de gehuwden in nette huizen.

In het broederhuis heeft men een aantal fraaije winkels met allerlei goederen, zooals stalen voorwerpen, verlakte en schrijnwerkersgoederen, leder, handschoenen, waskaarsen enz. Ook zijn hier in het onderste gedeelte van het gebouw de werkplaatsen. In het Zusterhuis worden de meisjes onderwezen in allerlei vrouwelijke handwerken. Deze gebouwen omsluiten met de woningen der gehuwden een vierkant plein, door welks midden eene laan uitloopt op het Huis te Zeist. Dit laatste, door fraai houtgewas omgeven, werd door de erfgenamen van den graaf van Dohna verkocht aan zekeren Nyborg, kwam vervolgens in het bezit van Huydecoper en werd in 1862 door aankoop eigendom van C. S. Labouchère.

< >