Zecchino, in het Fransch sequin, is de naam van den Italiaanschen ducaat, oorspronkelijk eene Venetiaansche gouden munt uit het einde der 13de eeuw en haren naam ontleenend aan het muntgebouw, la Zecca. Zij was oorspronkelijk van 23 karaat 10 tot 11 grein gehalte, zoo groot als een ducaat en had als stempel op de zijde, die geen jaartal droeg, het beeld van den Heiligen Marcus, die de kruisvaan overreikt aan den doge.
Oostenrijk sloeg tot 1822 zecchinen als handelsmunt en bepaalde hare waarde op 133/5de Oostenrijsche lire of 4 florijnen 311/2 kreutzer. Men had ook halve, kwart en dubbele zecchinen. Men gaf dien naam voorts aan verschillende Turksche en Grieksche goudstukken , die sedert langen tijd niet meer geslagen worden. De zecchinen van Rome en Bologna, sedert Clemens XIII tot 1834 aangemunt, waren van zeer fijn goud en hadden eene waarde van 5,7336 gulden Nederlandsch.