Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wisselbouw

betekenis & definitie

Wisselbouw noemt men op het gebied van den landbouw eene bepaalde opvolging van verschillende vruchten op denzelfden akker. Elke vrucht toch vereischt zijne eigenaardige bestanddeelen, welke zij gedeeltelijk aan den bodem onttrekt, zoodat bij eene herhaalde verbouwing van dezelfde vrucht die bestanddeelen in zoo groote mate aan den grond ontnomen worden, dat hij een slechten oogst oplevert, tenzij het ontbrekende door bemesting wordt aangevuld. Daar eene goede bemesting doorgaans veel geld kost, zoekt men de tijdperken, welke tusschen twee bemestingen verloopen door den wisselbouw te verlengen. Hierdoor wordt tevens het braakliggen vermeden.

Den meest regelmatigen wisselbouw, waarbij steeds een gedeelte van het bouwland met graszaad wordt bezaaid, in ons Vaderland vindt men in het Oldambt in de provincie Groningen. Hier is de omloop ongeveer de volgende: boonen in ver van elkaar verwijderde rijen, — koolzaad, het voorgaand jaar tusschen de boonen uitgezaaid, — gerst, — klaver, — gerst, haver of rogge, — gras. Hier en daar volgt men het drieslagstelsel, oorspronkelijk: rogge — volgrogge — boekweit, waarbij deze laatste ook wel door haver of door aardappelen vervangen wordt. Op de zandgronden van Noord-Brabant heeft men eene zesjarige opvolging van rogge, klaver, haver of zomerspurrie, rogge, volgrogge en boekweit, waarbij de rogge als tweede vrucht wortels, knollen of spurrie heeft. In Limburg vindt men den vierjarigen omloop van aardappelen, boonen, erwten, wortelen, mangelwortelen of chichorei, — tarwe of gerst, — rogge of haver, — na rogge haver en na haver boekweit of wikken. In de Bildtlanden in Friesland heeft men eene negenjarige vruchtopvolging en wel deze: braakliggen, wintergerst of tarwe, vroege aardappelen, koolzaad, aardappelen, boonen, haver, klaver, weide.

In de Zuid-Hollandsche droogmakerijen vindt men de reeks van braakliggen, koolzaad of wintergerst, boonen, tarwe (haver of zomergerst), klaver, weide. Op de kleilanden tusschen de Rijn, Waal en Maas, waar veel tarwe verbouwd wordt, heeft men: braakliggen, koolzaad, tarwe, erwten (boonen of aardappelen), tarwe, rogge of haver, klaver, tarwe, of ook wel: braakliggen, koolzaad, tarwe of gerst, klaver (erwten of boonen), tarwe (haver of boonen). Eindelijk huldigt men in de Groninger Veenkoloniën veelal deze opvolging: koolzaad (in de laatste jaren zeldzamer verbouwd), rogge, aardappelen, boonen, rogge, klaver en weiland, of ook: gerst, boonen, rogge met herfstknollen, aardappelen, boonen, rogge, boekweit (in sommige gedeelten der Veenkoloniën). Intusschen wordt van dezen regel zeer dikwijls afgeweken, omdat men er gelegenheid heeft, het verlies aan de vereischte bodembestanddeelen door eene overvloedige bemesting met stratendrek aan te vullen, terwijl ook de sterk toegenomen verbouw van fabriek-aardappelen aanleiding geeft tot die afwijking. Een vasten regel van vruchtopvolging, als afhankelijk van velerlei omstandigheden, zal men trouwens nergens aantreffen.

< >