Onder dezen naam vermelden wij:
Georg Ernst Levin, rijksgraaf von Wintzingerode, een Würtembergsch staatsminister, geboren den 27sten November 1752. Hij was de telg van een aanzienlijk geslacht, trad als officier in Hessische dienst werd in 1794 in den Duitschen Rijksgravenstand opgenomen, begaf zich daarop in Würtembergsche dienst en werd in 1801 minister van Buitenlandsche Zaken en in 1806 eerste-minister, in welke betrekking hij zich zeer verdienstelijk maakte. Na het overlijden van Frvderik I nam hij zijn ontslag, maar aanvaardde later weder gezantschapsposten te Berlijn, Dresden, Hannover en Cassel. In 1825 echter verliet hij het staatkundig tooneel en overleed te Stuttgart den 24sten October 1834.
Ferdinand, vrijheer von Wintzingerode, een Russisch generaal, geboren den 15den Februarij 1770 te Bodenstein in Würtemberg uit een vrijheerlijk geslacht. Hij trad eerst in Hessische, daarna in Oostenrijksche en in 1799 als majoor in Russische krijgsdienst en werd adjudant-generaal van keizer Alexander I. In 1805 vertrok hij als gezant naar Berlijn, om Pruissen tot een verbond met Oostenrijk en Engeland tegen Frankrijk te bewegen, — voorts naar Weenen om het tractaat met de Verbondene Mogendheden te sluiten en bevond zich gedurende den oorlog in het gevolg des Keizers. In 1809 streed hij wederom in de Oostenrijksche gelederen bij Aspern en zag zich bevorderd tot luitenant-generaal. In 1812 voerde hij bevel over een korps der voorhoede en werd den 22sten October bij de Barrière van Twer te Moskou gevangen genomen. Napoleon I wilde hem als een onderdaan van een der Vorsten van den Rijnbond doen fusilleren , doch Wintzingerode werd reeds den 20sten November tusschen Minsk en Wilna door generaal Tsjernitsjew bevrijd, waarna hij het kommando verkreeg over het 2de korps der Russische hoofd-armee. In 1813 voerde hij bij Lützen het bevel over den linker vleugel van de troepen der Verbondene Mogendheden.
Na den wapenstilstand vereenigde hij zijn korps met het noorderleger onder den Kroonprins van Zweden en bragt het zijne bij tot de overwinningen bij Groszbeeren en Dennewitz. Bij Leipzig verwierf hij den rang van generaal der kavallerie in Russische dienst. Ook na dien tijd bleef hij bij het noorderleger, trok daarmede naar Holland, vereenigde zich vervolgens bij Laon met Blücher, voerde bevel over de voorhoede, veroverde Rheims en bragt de verbinding tot stand tusschen het korps van Blücher en dat van Schwarzenberg. Na den slag bij Arcis sur Aube volgde hij het leger van Napoleon oostwaarts en bragt dezen daardoor in den waan, dat hij door het geheele leger der Geallieerden werd nagezet. Den 26sten Maart 1814 hield de Keizer stand, en Wintzingerode leed de nederlaag bij St. Dizier. In 1815 was hij wederom bevelhebber van een Russisch korps en overleed te Wiesbaden den 17den Junij 1818.
Heinrich Levin Friedrich Karl, rijksgraaf von Wintzingerode, een zoon van den voorlaatste en geboren den 16den October 1778. Hij was Würtembergsch gezant achtervolgens te Karlsruhe, München, Parijs, Petersburg en Weenen, alsmede in het hoofdkwartier der Verbondene Mogendheden gedurende de veldtogten van 1814 en 1815. Als minister van Staat nam hij met den vrijheer von Hardenberg deel aan het Congrès te Weenen, waar hij als verdediger der vrijzinnige beginselen optrad. Later begaf hij zich naar zijn landgoed Bodenstein en overleed aldaar den 15den September 1856.