Winther (Rasmus Villads Christian Ferdinand), een uitstekend Deensch dichter, geboren den 29sten Julij 1796 te Fensmark in Seeland, studeerde te Kopenhagen in de godgeleerdheid, reisde in 1830 en 1831 in Italië, vestigde zich in 1841 te Neustrelitz en was later als privaatdocent werkzaam te Kopenhagen. Zijn eerste dichtbundel verscheen in 1828 en ontving bij zijne volgende uitgaven den titel: „Digte, gamle og nye (7de druk druk 1877)”, — Daarop volgden: „Nogle Digte (1835; 2de druk 1852)”, — „Sang og Sagn (1840)”, — „Digtninger (1843)”, — Lyriske Digte (1849)”, — „Nye Digte (1851)”, — en „Nye Digtninger (1853)”. Tot zijne grootere gedichten behooren: „Judith (1837, niet voltooid)” en Hjortens Flugt (1856; 8ste druk 1877)”, welk laatste hem grooten roem bezorgde. Niet minder merkwaardig zijn zijne „Träsnit (2de druk, 1874)”, beelden uit het volksleven.
Van zijne novellen noemen wij: „Haandtegninger (1845)”, — „Fire Noveller (1843)”, —: en „Tre Fortällinger (2de druk, 1851)”. Ook leverde hij kinderboekjes en vertalingen en redigeerde eenigen tijd het „Danske Kunstblad”. Gedurende zijne laatste levensjaren woonde hij te Parijs, waar hij den 30sten December 1876 overleed.