Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wilna

betekenis & definitie

Wilna, een Russisch gouvernement in Lithauen, is omgeven door de gouvernementen Kownor, Witebsk, Minsk, Grodno en Soewalki en telt op 772 □ geogr. mijl ruim een millioen inwoners. Het is in 7 arrondissementen verdeeld. De bodem vormt er eene zandige, heuvelachtige vlakte, waarvan de ondergrond, met uitzondering van het noord-oostelijke gedeelte, waar de zand- en kalksteen der Devonische vorming voorkomt, tot de onderste tertiaire vorming behoort en uit lagen van leisteen, kiezeligen zandsteen, grofkorreligen kalksteen en mergel bestaat. Van de delfstoffen vindt men er: goeden zandsteen, gras- en ijzersteen, ligniet en veen.

De rivieren behooren er meest alle tot het stroomgebied van de Niemen, die gedeeltelijk de zuidelijke en van Grodno af de westelijke grens vormt en er de Wilija opneemt. Langs een gedeelte der noordelijke grenzen stroomt de Düna. Eene aanmerkelijke ruimte wordt er ingenomen door 400 kleine meren en met bosch bedekte moerassen. Het klimaat is er gematigd, en de gemiddelde jaarlijksche warmte 6,55° C. De bevolking bestaat er uit Lithauers (48%), met Russen, Polen, Israëlieten en Groot-Russen, belijdt meerendeels de R. Katholieke godsdienst en houdt zich hoofdzakelijk bezig met den landbouw, die er eene groote hoeveelheid rogge, haver, boekweit en gerst levert. Omstreeks 38% van de oppervlakte is met bosch begroeid.

De boschcultuur levert er veel brandhout, dat langs de rivieren wordt vervoerd, voorts timmerhout, bast, pek, teer en terpentijn. De paardenfokkerij en de veeteelt bevinden er zich in een verwaarloosden toestand; daarentegen bloeit er de bijenteelt. De nijverheid is er van weinig belang en de handel in hout, graan, honig en was meest in de handen van Israëlieten. De spoorweg van Petersburg naar Warschau met een tak naar Kowno en Oost-Pruissen doorsnijdt dit gouvernement. zijn gebied vormde eens de kern van het grootvorstendom Lithauen, dat door het huwelijk van Jagello met de Poolsche vorstin Jadwiga met Polen vereenigd en bij de tweede verdeeling van dit rijk aan Rusland toegevoegd werd.

De evenzoo genoemde hoofdstad, aan de Wilija en aan den mond der Wileika gelegen, alsmede aan den spoorweg van Petersburg naar Warschau, is de zetel van den gouverneur-generaal, van een R. Katholieken bisschop en van een Luthersch consistorie. Er zijn twee groote voorsteden, 35 R. Katholieke kerken, onder welke zich de in 1387 gebouwde hoofdkerk bevindt met het graf van den Heiligen Casimir, 6 Grieksch-Russische en 3 Protestantische kerken, eene synagoge, eene moskee, onderscheidene kloosters, een vervallen kasteel, een keizerlijk paleis, het paleis-Oginski (thans gouvernementsgebouw), een schouwburg, naauwe, onregelmatige straten en 18 pleinen. Tot de talrijke inrigtingen van onderwijs behooren er: de R. Katholieke godgeleerde académie met eene boekerij, de Lithauensche-orthodoxe académie, de school voor Rabbijnen, eene reaalschool, eene adellijke school, eene kweekschool voor onderwijzers, een gymnasium voor meisjes, een seminarium voor priesters en drie Hebreeuwsche scholen. De universiteit, in 1576 gesticht en door keizer Alexander I vernieuwd, werd na den Poolschen opstand van 1832 opgeheven, waarna de meeste en belangrijkste hulpmiddelen naar Petersburg en Kiew zijn overgebragt. Wilna bezit een oudheidkundig muséum, een instituut voor doofstommen, een vondelingenhuis en andere inrigtingen van weldadigheid, eenige fabrieken, brandewijnstokerijen, een Ievendigen handel en 64000 inwoners, onder welke zich 20000 Israëlieten bevinden. — Deze stad, te voren in het Duitsch Zur Wilden of Wildau geheeten, is zeer oud, was in het tijdperk der Heidenen eene gewijde plaats en werd in 1323 door grootvorst Gedimin van Lithauen tot residentie gekozen.

In 1387 deed Jagello er het Christendom invoeren en in plaats van de Heidensche tempels de hoofdkerk verrijzen In 1569 trokken de Jezuïeten derwaarts en stichtten er een collegium, hetwelk door Stephanus Bathori in 1578 in eene académie herschapen werd. In de 17de eeuw had Wilna veel te lijden van de plunderzucht der Zweden en Kozakken, en gedurende den Noordschen oorlog moest deze stad tot tweemaal toe eene aanzienlijke oorlogsschatting opbrengen aan de Zweden. In 1795 verviel Wilna met geheel Lithauen aan Rusland. Bij den aanvang van den veldtogt van 1812 bezette Napoleon deze stad en organiseerde vanhier den opstand in Lithauen. In Junij 1831 hadden er twee gevechten plaats tusschen de Polen en de Russen, en bij de Poolsche beweging van 1863—1864 heeft generaal Murawiew deze uit Wilna met ongemeene gestrengheid gedempt.