Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Westenberg

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Johannes Ortwinus Westenberg, een uitstekend Nederlandsch regtsgeleerde, geboren den 20sten Mei 1667 te Nijenhuis in het graafschap Bentheim. Zijn vader, lijfarts van den graaf, en zijne moeder waren beiden van aanzienlijken huize. Hij genoot zijne aanvankelijke opleiding te Bentheim en te Lingen, studeerde te Steinfurth, Franeker, Harderwijk en Groningen en promoveerde te Harderwijk den 7den October 1687 op eene dissertatie: „De usuris” tot doctor in de beide regten. Een jaar daarna werd hij hoogleeraar te Steinfurth, in 1695 te Harderwijk, in 1706 te Franeker en in 1723 te Leiden, waar hij nog 14 jaren een sieraad was der hoogeschool en den 1sten Julij 1737 overleed. Behalve een aantal orationes en disputationes leverde hij : „Principia juris secundum ordinem Institutionum (1699 en later)”, — „Principia juris secundum ordinem Digestorum (1712 en later”, waarvoor hij van Curatoren van Harderwijk een eeregeschenk van 100 ducatons ontving)”, — „De causis obligationum (1704)”, — en „Divus Marcus sive dissertationes ad constitutiones Marci Aurelii Antonini imperatoris (1736)”.

Ernestus Wilhelmus Westenberg, een broeder van den voorgaande. Hij studeerde in de geneeskunde te Harderwijk en vestigde zich als arts te Amsterdam, waar hij in 1701 tot hoogleeraar en archiater werd benoemd. Tot tweemaal toe bekleedde hij er het rectoraat, en verdronk den 12den November 1712. Hij schreef: „Consilia de methodica medicinae instructione (1702)”,—en „Viridarium Academiae Hardervicensis herbarum et usualium plantarum catalogus (1709)”.

< >