Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wenermeer

betekenis & definitie

Wenermeer (Het), het grootste meer van Zweden, in het zuidwestelijk gedeelte des lands tusschen de lans Wermland, Skaraborg en Elfsborg 44 Ned. el boven de oppervlakte der zee gelegen, heeft bij eene grootste diepe van 123 Ned. el eene lengte van 220 en eene grootste breedte van 40 Ned. mijl. Het bestaat uit twee deelen, het eigenlijke Wenermeer en het Dalbomeer, het kleinere zuidwestelijke gedeelte, dat door Wermlands Nas, een van het noorden in het meer zich uitstrekkend schiereiland, het eiland Kallandsö en onderscheidene kleine eilanden van het andere gedeelte gescheiden is. In het meer verheffen zich daarenboven nog andere eilanden, van welke Hammarö in het noorden, Thorsö en Brommö in het zuidoosten de voornaamste zijn. Het bevat een groot aantal baaijen en ontvangt meer dan 30 rivieren, ouder welke zich de Norself, de Klaraelf, de Letelfenz. bevinden.

Het meer ontlast zich aan de zuidzijde door middel der Götaelf. Zijn spiegel verheft zich wel eens 3 Ned. el boven den gewonen waterstand. Zijn noordelijke oever is bergachtig, gedeeltelijk met bosch begroeid en bezoomd met kleine eilanden, maar de zuidelijke oever vlak en effen. Aan dit vischrijke meer verheffen zich 6 steden. Wenersborg, Amal, Karlstad, Christinehamn, Mariestad en Lidköping, alsmede de vermaarde berg Kinnekullen. Men heeft op dit meer eene drukke scheep- en stoombootvaart, vooral sedert het door het Götakanaal en het Trollhattakanaal in gemeenschap is gebragt met de Noordzee.

< >