Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Weigel

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Valentin Weigel, den stichter van eene mystieke secte der 17de eeuw. Hij werd geboren in 1533 te Groszenhain in Saksen, studeerde te Leipzig en Wittenberg, werd in 1567 godsdienstleeraar te Zschopau en overleed den 10den Junij 1588. Zijne geschriften , lang na zijn dood door den cantor Weichert in het licht gegeven (1611—1621), bevatten een mengsel van natuurkundig-wijsgeerige denkbeelden met de mystiek van Paracelsus en Tauler. Vele daarvan werden op hoog bevel in 1624 te Chemnitz in het openbaar verbrand. Intusschen had hij reeds vele aanhangers verworven, die den naam van Weigelianen droegen. De meest bekende onder deze zijn Jesaias Stiefel (+ 1627) en zijn neef Ezechiël Meth (+ 1640), die zich zelven beschouwden als incarnatiën (vleeschwordingen) van Christus en van den aartsengel Michael, alsmede Jakob Böhme.

Johann August Gottlob Weigel, een verdienstelijk boekhandelaar en kunstkenner, geboren te Leipzig den 23sten Februari] 1773. Hij aanvaardde in 1793 het bestuur over den boekhandel van Muller en stichtte twee jaar daarna een antiquarischen boekhandel, waarvan hij in zijn „Apparatus literarum (1807; nieuwe uitgave 1834)” en in zijn „Index librorum bibliophili Weigelii (1838, 2 stukken)” merkwaardige catalogen leverde, en gaf wijders een groot aantal voortreffelijke werken in het licht, hoofdzakelijk van letterkundigen aard, terwijl hij de schrijvers in de gelegenheid stelde tot het vergelijken van handschriften enz. Ook stichtte hg eene belangrijke verzameling van schilderijen, oorspronkelijke teekeningen, koper- en houtgravures enz., thans in het bezit van Theodor Oswald Weigel, en beschreef ze in het werk: „Aehrenlese auf dem Felde der Kunst (1836—1845, 3 dln)”. Hij overleed den 25sten December 1846, waarna zijne zaak ten deel viel aan zijn jongsten zoon Theodor Oswald, geboren in 1812. Deze leverde met Zestermann: „Die Anfänge der Drückerkunst in Bild und Schrift (1866, 2 dln)” en het „Autographen Prachtalbum (1848—1849)”. Zijn oudere broeder Rudolf stichtte in 1831 te Leipzig een kunsthandel en gaf een „Kunstlagerkatalog (1834—1867, 35 dln)” in het licht en schreef o. a.: „Die Werke der Maler in ihren Handzeichnungen (1865)”, — en „Holzschnitte berühmter Meister (1851—1857, met 74 facsimilé’s)”. Hij overleed den 22sten Augustus 1867, waarna zijne zaak in handen kwam van Hermann Vogel.

< >