Weigand (Friedrich Ludwig Karl), een verdienstelijk beoefenaar der Germaansche talen, geboren den 18den November 1804 te Niederflorstadt in de Wetterau, bezocht de kweekschool voor onderwijzers te Friedberg, was vervolgens verscheidene jaren huisonderwijzer bij generaal Müffling te Mainz en begaf zich in 1830 naar de hoogeschool te Gieszen, waar hij tot 1833 zich toelegde op de godgeleerdheid en wijsbegeerte. Daarna werd hij leeraar aan de reaalschool te Michélstadt in het Odenwald, in 1837 aan de provinciale school te Gieszen, was er van 1855 tot 1857 directeur en werd tevens in 1846 aangesteld als Evangelisch kerkleeraar. Nadat hij reeds in 1849 aan de universiteit te Gieszen voorlezingen geopend had over Duitsche letterkunde, werd hp in 1851 aldaar tot buitengewoon en in 1847 tot gewoon hoogleeraar benoemd.
Hij overleed in Julij 1878. Van zijne geschriften vermelden wij: „Kurze deutsche Sprachlehre 1838)”, — „Wörterbuch der deutschen Synonyme (1840—1843, 3 dln; 2de druk 1802, 2 dln)”, — „Untersuchungen über oberhessische Ortsnamen (1853)”, — en „Deutsches Wörterbuch (3de druk, 1877, 2 dln)”. Na den dood van J. Grimm had hij met R. Hildebrand zieh belast met de voortzeting van het Duitsche woordenboek der gebroeders Grimm.
