Waterloo (Antonie), een verdienstelijk Nederlandsch schilder en graveur, geboren te Utrecht volgens sommigen in 1618, maar volgens anderen veel vroeger, schilderde vooral landschappen uit de omstreken van Maarssen en Breukelen, waarvan onderscheidene door Jan Weeninx werden gestoffeerd. Zijne stukken, eenvoudig en natuurlijk, maar zonder veel smaak behandeld, komen hoofdzakelijk voor in Duitsche en Engelsche verzamelingen.
Talrijk zijn zijne teekeningen in Oost-Indischen inkt of zwart krijt. Vooral echter heeft hij roem behaald door zijne etsen, daar hij met verwonderlijk talent de graveernaald wist te voeren tot het uitdrukken van kleur en effect. Oude afdrukken van zijne prenten, die zich onderscheiden door fijnheid en een fluweelachtigen toon met eene harmonische zilverachtigheid, zijn zeer zeldzaam. Het meerendeel dier kunstgewrochten is echter later geretoucheerd en daardoor ruwer en eentooniger in den afdruk. Voor eene reeks van oude afdrukken werd een titelblad gemaakt met het opschrift: „Het geheele werk van den vermaarden lantschapschilder Antoni Waterloo, bestaande in honderd zes en dertig verscheyde lantschappen, alle door hem self konstig geteekent en in ’t koper gewerkt. Zeer dienstig voor den lantschapschilder en liefhebber van de teekenkonst t’ Amsterdam gedrukt en te bekomen bij Cornelis Dankerts, vooraan op den Nieuwendijk in den Atlas”. Hij overleed vermoedelijk omstreeks 1670 in het Hiobsgasthuis buiten Utrecht.