Een verdienstelijk letterkundige, geboren te Amsterdam den 7den December 1817, studeerde te Groningen in de godgeleerdheid, werd in 1848 predikant te Grootegast en Doezum, was van 1852—1866 werkzaam bij de Protestantsche gemeente te Antwerpen en belastte zich toen te Leiden met de redactie van het „Geïllustreerd Nieuws”. In 1869 vertrok hij als predikant naar Lettelbert in Groningen, in 1875 als zoodanig naar Weerseloo in Overijssel en in 1880 naar Ameland. Hij schreef: „Romantische tafereelen (1841)”, — „De Christen beschouwd in sommige van zijne betrekkingen tot de Kerk, de maatschappij en het huisgezin (1847; 2de druk, 1854)”, — „Hamaël, de rijke arme (1859)”, — „De idealen van dominé van Beek (1867)”, — „Ongelijk, maar niet ongelukkig (1868)”, — „Daarheen niet! Een antwoord op de vraag van dr. J. Cramer (1873)”, —voorts talrijke bijdragen in verschillende jaarboekjes en tijdschriften, terwijl hij zelf hoofdredacteur was van „De Brabantsche Olijftak” en mederedacteur van het blad: „De Koophandel”.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
