Wallon

betekenis & definitie

Wallon (Alexandre Henri), een Fransch geschiedkundige, geboren den 23sten December 1812 te Valenciennes, bezocht van 1831 tot 1834 de école normale, werd eerst leeraar in de geschiedenis, in 1840 maître de conférences aan de normaalschool en suppléant van Guizot aan de Sorbonne, in 1849 lid van de antirevolutionaire partij in de Wetgevende Vergadering, in 1850 lid der Académie, in 1871 lid van het regter centrum in de Nationale Vergadering, was van Maart 1875 tot 1876 belast met de portefeuille van Onderwijs, maar onderscheidde zich vooral door zijne cléricale gevoelens, en werd in 1876 lid van den Senaat. Hij schreef: „Histoire de l’esclavage dans l’antiquité (1848, 3 dln)”, — „La sainte Bible résumée dans son histoire et dans ses enseignements (1834—1859, 2 dln; 2de druk, 1862, 2 dln)”, — „La vie de Jésus et son nouvel historien (1864)”, — „Vie de notre seigneur Jésus-Christ (1865)”, — „Richard II, épisode de la rivalité de la France et de l’Angleterre (1864, 2 dln)”, — „Jeanne d’Are (1860; 3de druk, 1875, 2 dln)”, — „La Terreur, études critiques sur l’histoire de la Révolution française (1877, 2 dln)”, — en „Saint Louis et son temps (1875; 2de druk, 1876, 2 dln)”.