Waller (Edmund), een Engelsch dichter, geboren den 3den Maart 1605 te Coleshill in Warwickshire uit een oud en aanzienlijk geslacht, studeerde te Cambridge en werd reeds op 18-jarigen leeftijd lid van het Parlement. Aanvankelijk met de partij der oppositie verbonden, schaarde hij zich later aan de zijde van die der regéring en werd zelfs in eene zamenzwering gewikkeld, welke ten doel had, Londen in de magt des Konings te brengen. Toen die zamenspanning in 1643 ontdekt werd, openbaarde Waller, om zijn leven te redden, de namen van alle medepligtigen, zoodat hij veroordeeld werd tot ballingschap en tot eene boete van 10000 pond sterling, waarop hij zich naar Frankrijk begaf. Cromwell, die met hem vermaagschapt was, riep hem terug, en hij verheerlijkte dezen later in een zijner beste gedichten, getiteld: „Upon the death of the lord Protector”.
Na de restauratie echter verkeerde Waller aan het Hof, waar hij door geestrijkheid schitterde, en overleed op zijn landgoed Beaconsfield op den 21sten October 1687. Zijne gedichten zijn in 1645, — voorts in 1711 en 1871 en zijne gezamenlijke werken in 1729 in het licht verschenen. Waller is lierdichter bij uitnemendheid, en zijne voortbrengselen onderscheiden zich door sierlijkheid en zuiverheid van taal.