Volterra, eene arrondissementshoofdstad der Italiaansche provincie Pisa, op den top van een steilen heuvel te midden van olijfgaarden en tusschen de rivieren Cecina en Era, niet ver van het spoorwegstation Saline gelegen, is de zetel van een sous-prefect, van een geregtshof en van een bisschop, heeft wél bewaarde muren uit den tijd van keizer Otto I, eene hoofdkerk uit de 13de eeuw, onderscheidene andere kerken, eene door de Medici gebouwde citadél, overblijfselen van oud-Etruscische muren, eene oud-Etruscische poort met twee bogen, een bisschoppelijk seminarium, een palazzo communale met eene boekerij en een muséum, vele oudheden, albast- en zoutgroeven en 6000 (als gemeente 14000) inwoners. Ook in haren omtrek bevinden zich vele merkwaardige oudheden.
Zij droeg voorheen den naam van Volaterrae (in het Etruscisch Velathri) en was een der voornaamste van de Twaalf verbondene steden van Etrurië, terwijl zij later als eene Romeinsche kolonie de regten van een municipium verkreeg. In de 12de en 13de eeuw was zij een gemeenebest, maar kwam in de 14de onder de heerschappij van Florence. Zij is de geboorteplaats van Persius en van Daniéle da Volterra, een leerling van Michele Angelo.