Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Vliet

betekenis & definitie

Vliet (Leonard van Woudrichem van), een Nederlandsch regtsgeleerde, geboren te Rotterdam den 11den Augustus 1820, werd in 1840 procureur bij den Raad van Justitie te Soerabaya, maar zag zich in 1845 tot uitzetting uit Indië veroordeeld en vervallen verklaard van het regt tot uitoefening der practijk. Daarna woonde hij te ’s Gravenhage, maar werd in zijne eer geheel hersteld en vertrok in 1876 naar Batavia, om er de betrekking van procureur te aanvaarden in het Hoog Geregtshof van Nederlandsch Indië te Batavia. Hij schreef: „Autocratie of het bij de regteriijke magt aanhangige procès tegen de Javasche Bank (1846)”, — „Bijdragen tot de kennis der Nederlandsche O. I. bezittingen (1ste dl. 1846)”, — „Crimineel procès ter zake van beweerden hoon en laster tegen de hooge Indische regéring enz. (1846)” — „Mijne inhechtenisneming (1846)”, — „Indische regtsbedeeling (1846)”, — „Iets over de brochure vau de Schout-bij-nacht Arriëns (1846)”, — „Nog iets over de Marine (1846)”, — „Bezuiniging, belastinghervorming enz. (1848)”, — „De Hooge Raad der Nederlanden (1848)”, — „Iets over het onderwijs op Java (1848)”, — „Schets eener grondwet enz. (1848)”, — „Verkoop van Indische domeinen (1848)”, — „Een woord aan Neerlands gegoeden (1848)”, —„Brief over de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in Gelderland enz. (1849)”, — „Indische belangen (1850)”, — „Beroep op regt en billijkheid (1853)”, — „Proeve van beantwoording der vraag: welken invloed moeten de laatste aard- en zeebewegingen in de Molukken geacht worden gehad te hebben op de productie der specerijen (1853)”, — „Over grondeigendom en heerendienstpligtigheid op Java (1864)", — „Brief aan den hoogleeraar R. Dozy, het koloniaal vraagstuk ontvouwd en het ontwerp van cultuurwet beoordeeld (1865)”, — „Hervorming op Koloniaal gebied enz. (1866)”, — „Thorbecke tegenover de cultuurwet (1866)”, — „Koloniale studiën (4 stukken)”, — „Thorbecke tegenover de uitbreiding van het kiesregt (1871)”, — en „West-Java-koffij-cultuur-maatschappij enz. (1865—1871)”.

< >