Woudrichem, doorgaans Woerkum geheeten, is een versterkt stadje in de Nederlandsche provincie Noord-Brabant, in het land van Altena, op den linker oever van de Maas en bij de plek, waar deze zich met de Waal vereenigt, om de Merwede te vormen. De vestingwerken van Woudrichem kunnen door inundatiën worden versterkt, maar bij hoogen waterstand loopen er de omliggende landen alligt onder water, en dan moeten er de inwoners door kistdammen vóór de poorten tegen overstrooming worden beveiligd, terwijl het er, gelijk thans (Januari 1881), wemelt van vlugtelingen uit de nabijgelegene dorpen. Men vindt er een stadhuis, eene Hervormde kerk met een stompen toren, eene R. Katholieke kerk, eene kazerne en bijna 2000 inwoners. Dit stadje komt in de 9de eeuw reeds voor onder de bezittingen der Utrechtsche kerk, kwam later in het bezit van Holland en bleef hiermede vereenigd tot aan de Fransche overheersching.
Eerst na het herstel onzer onafhankelijkheid werd het bij Noord-Brabant gevoegd. In 1348 werd er een verdrag gesloten tusschen Willem van Beijeren en Reinoud van Gelder. In 1405 tijdens den oorlog tusschen Holland en Jan van Arkel werd het door de aanhangers van dezen geplunderd. In 1418 bragt Philips van Bourgondië er den vrede tot stand tusschen Jan van Beijeren en Jan van Brabant (den echtgenoot van Jacoba), — en in 1521 werd het ingenomen door hertog Karel van Gelder.
