Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Vernet

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij eenige beroemde Eransche kunstenaars, te weten:

Claude Joseph Vernet, een landschap- en zeeschilder, geboren te Avignon den 14den Augustus 1714. Hij ontving het eerste onderrigt van zijn vader (geboren in 1689, + in 1753) en begaf zich in 1734 naar Rome, waar hij zich oefende onder de leiding van Manglard. Nadat hij in 1753 in Frankrijk was teruggekeerd, werd hij lid der Académie en schilderde voor Lodewijk XV eene reeks van gezigten op Fransche havens, welke thans een sieraad van het Louvre uitmaakt. In 1763 vestigde hij zich te Parijs en overleed aldaar den 3den December 1789. Hij behoort tot de school van Claude Lorrain; zijne keus was meestal gelukkig, zijn lichteffect treffend, zijne compositie edel, dichterlijk en grootsch en zijn coloriet in vele stukken krachtig en schitterend. Men vindt kunstgewrochten van dezen meester te Weenen, Berlijn, Lissabon, Petersburg, Stokholm, Kopenhagen, ’s Gravenhage enz., en meer dan 200 gravures zijn daarnaar vervaardigd.

Antoine Charles Horace Vernet, gewoonlijk Carle Vernet geheeten, een schilder van dieren, veldslagen en genrestukken en een zoon en leerling van den voorgaande. Hij werd geboren te Bordeaux den 14den Augustus 1758, studeerde te Rome en werd in 1788 lid van de Académie te Parijs, — voorts in 1810 van het Fransche Instituut. Hij bragt de veldslagen van Napoleon I op het doek, schilderde portretten en muntte vooral uit door het schilderen van paarden en honden. Reeds vroeg verkreeg hij académische prijzen, en toen hij in 1782 den prix te Rome verworven had, begaf hij zich in hetzelfde jaar derwaarts. In 1787 leverde hij de kapitale schilderij: „De triomf van Paulus Aemilius”, doch toen in 1793 zijne zuster op het schavot stierf als slagtoffer der revolutie, zeide hij Frankrijk vaarwel. Van zijne stukken noemen wij voorts: „De dood van Hyppolitus”, — „De terugkeer der overwinnaars in de Olympische spelen”, — „De slag van Marengo”, — „Napoleon bij Austerlitz”, — „Het bombardement van Madrid”, — „De slag van Rivoli”, — „De inneming van Pamplona”, — „De intogt in Milaan”, — en „De slag van Wagram”. In 1816 verkreeg hij het grootkruis der Orde van van St. Michel. In 1828 vergezelde hij zijn zoon Horace naar Rome, waar hij een groot stuk wilde voltooijen: „De intogt van Lodewijk XVIII”; doch dit voornemen bleef onuitgevoerd. Hij overleed den 27sten November 1836, juist den dag, waarop hij bevorderd werd tot officier van het Legioen van Eer.

Horace Vernet, een beroemd schilder en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Parijs den 30sten Junij 1789, oefende zich aanvankelijk onder de leiding van zijn vader, bezocht het gymnase des Quatre Nations en vervolgde daarna zijn weg op het gebied der kunst. Met een stuk: „De inneming van eene redoute” waagde de 20-jarige kunstenaar het reeds, zich van het aangewezen spoor van David en Girodet te verwijderen en zich door eene krachtige realiteit te onderscheiden. Hij verwierf de gunst van het Keizerlijk Hof en vervaardigde in de laatste jaren van het Keizerrijk onderscheidene stukken, hem besteld door Maria Louiza en door den Koning van Westfalen, zooals: „De hond van het regiment” en „Het paard van den trompetter”, waardoor hij weldra een beroemden naam verwierf. Na den val van het Keizerrijk belastte hp zich met de taak, de roemrijkste gebeurtenissen van het pas gesloten tijdperk op het doek te vereeuwigen en schilderde o. a. de veldslagen van Tolosa, Jemappes, Valmy, Hanau, Montmirail, „Het vermoorden der Mamloeken” en „De dood van Poniatowsky”, welke stukken evenwel in die dagen van reactie door de jury van de tentoonstellingen geweerd werden.

Weldra echter ontving hij bestellingen van de regéring zelve, zooals het schilderen van de portretten der hertogen van Berri en van Angoulême, het versieren van een plafond in het nieuwe muséum enz., terwijl hij voorts in 1827 verlof ontving, zijn meesterstuk: „De brug van Arcole” ten toon te stellen. In 1830 werd hij directeur van de Fransche Académie te Rome, vertoefde er 5 jaar en wijdde zich met ijver aan de studie der Italiaansche school, waarna hij eenige stukken leverde, die het midden houden tusschen genre- en historiestukken. Hiertoe behooren: „Rafaël en Michele Angelo in het Vaticaan”, — „Gevecht van roovers tegen Pauselijke gendarmes”, — „De biecht van den stervenden roover”, — „Paus Leo XII op weg naar St. Pieterskerk”, — en „ Judith en Holofernes”. Nadat hij in Frankrijk was teruggekeerd, bepaalde hij zich weder bij zijn vroeger genre en leverde in het salon van 1836 de vier groote veldslagen: „Friedland, Wagram, Jena en Fontenoy.” Toen Lodewijk Philips hem de versiering der geheele Constantine-gaanderij in het muséum te Versailles had opgedragen, reisde hij geruimen tijd in Noord-Afrika en voltooide daarna het werk, niet ten onregte een geschilderd heldendicht genoemd, in den tijd van zes jaren. Tevens schiep hij onderscheidene genrestukken, aan het Oostersche leven ontleend, zooals: „Abraham, Hagar verstootend” en „Rebekka en Eliéser bij den waterput”. Grooten bijval vonden voorts zijne Afrikaansche jagttafereelen. Wegens zijne weigering, om met verguizing der geschiedkundige waarheid Lodewijk XIV op het doek te brengen als Valenciennes bestormende, viel hij bij den Koning in ongenade en vertrok in 1843 naar Rusland, waar keizer Nicolaas hem met ongemeene onderscheiding bejegende. Hij vergezelde den Czaar gedurende eenige maanden op zijne togten, zelfs tot in den Caucasus, maar keerde in 1844 naar Frankrijk terug en schilderde er op verzoek des Konings de twee groote stukken: „De Verovering der Smala van Abd-el-kader (1845)” en „De slag bij Isly (1846)”. Behalve een groot aantal historiestukken schilderde hij ook vele portretten, zooals van Napoleon I, van den hertog van Orleans, van de maarschalken St. Cyr en Girard, van Thorwaldsen, Lodewijk Philips, Napoleon lIl enz. Hij overleed te Parijs den 17den Januarij 1863. Hij onderscheidde zich door rijkdom van vinding, keurigheid van compositie, levendigheid en waarheid, en naar zijne beste stukken werden gravures vervaardigd. Hij was groot-officier van het Legioen van Eer, ridder van onderscheidene Europésche orden en lid van de voornaamste kunstvereenigingen van ons werelddeel.

< >