Velzen. Onder dezen naam vermelden wij :
Gerard van Velzen, een Hollandsch ridder uit de 13de eeuw en den moordenaar van graaf Floris V (zie aldaar). Na het volbrengen van zijn snood opzet, begaf hij zich met eenige medepligtigen naar het slot Kroonenburg aan de Vecht, hetwelk door de verbitterde aanhangers van den Graaf belegerd werd. Eindelijk moest hij zich overgeven; volgens sommigen is hij toen door het verwoede volk vanééngescheurd, en volgens anderen naar Leiden gebragt en aldaar geradbraakt.
Simon van Velzen, een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde. Hij werd geboren te Amsterdam den 14den December 1809, studeerde in de theologie, werd predikant bij de Hervormde gemeente te Drogeham, later bij ChristeIijk-Afgescheiden gemeenten en eindelijk hoogleeraar aan de theologische school te Kampen. Hij schreef: „Stemmen eens wachters (1836)”, — „Verantwoording wegens godsdienst (1836)’’, — „De verdrukte gemeente (1837)”, — „Brief over het oefenen (1838)”, — „De zalige dooden (1842)”, — „Apologie der kerkelijke afscheiding in Nederland (1848)”, — „Gedachtenis en rede bij de aanvaarding der betrekking b{j de Theologische school (1855)”, — „Feeststoffen (1862)”, — „De getrouwheid van den Evangeliedienaar (1864)”, — „De waarde der symbolische schriften (1866)”, — „Wittenberg-Wezel-Dordrecht (1869)”, — „Belijdenis des geloofs (1868)”, — „De roeping der Kerk (1873)”, — en „Gedachtenis en bede (1876)”.
Syo Kornelius Thoden van Velzen, desgelijks een verdienstelijk godgeleerde, geboren den 26sten November 1809 te Oudkerk in Friesland. Hij studeerde en promoveerde te Groningen in de godgeleerdheid en werd in 1835 predikant te Metslawier, in 1838 te Wolvega, in 1842 te Nijmegen en in 1846 te Leeuwarden. Van zijne geschriften vermelden wij: „Het leven en sterven van R. Passchier van Dijk (1847)”, — „Reisherinneringen uit ZuidDuitschland (1854)”, — „Herinneringen aan de reis naar de wieg en bakermat der Hervorming (1858, met zijn broeder)”, — „Melanchton de hervormer, in eenige hoofdtrekken (1860)”, — „Christus en zijne heiligen. Levensbeelden voor de 365 dagen des jaars (1861—1864)”, — „Wegwijzer naar het Godesberger waterbad (1866)”, — „Bladen uit het dagboek eener 14-daagsche reis naar Zwitserland (1869)”, — „Het Passionsspel te Oberammergau (1871)”, — en „Begraven of Verbranden? Vergelijkende historische en kritische studie (1875)”.
Ulbo Wilhelm Thoden van Velzen, een broeder van den voorgaande en mede een verdienstelijk schrijver. Hij werd geboren te Oudkerk in Friesland den 10den April 1815, studeerde in de godgeleerdheid en werd predikant te Bergum. Van zijne geschriften vermelden wij: „Tafereelen uit de openbaring van Johannes (1845)”, — „Langs de oevers van Maas en Rijn (1850)”, — „Bij den watersnood van 1861 (1861)”, — „Gedichten (1862)”, — „Levensgeschiedenis van Jezus Christus (1862)”, — „Jezus’ zondeloosheid (1862)”, — „Zes weken in het noorden (1867)”, — en „De goddelijke commedie van Dante Alleghieri vertaald en verklaard (1874)”, benevens een groot aantal brochures, opstellen in tijdschriften enz.
