Veepest of runderpest is eene eigenaardige typheuse ziekte van het hoornvee, welke door besmetting ontstaat. Zij ontwikkelt zich vooral in de zuidoostelijke steppen van Europa en verspreidt zich vandaar door overdraging of besmetting. Reeds in oude tijden vindt men daarvan gewag gemaakt, bijv. bij Plinius, en onder Karel de Groote, in 809, schijnt zij groote verwoestingen te hebben aangerigt. In 1625 werd zij uit Hongarijë overgebragt naar Italië, en in 1630 heerschte zij in erge mate in het dal der Po.
Ook in 1709 kwam zij door veekoopers uit Tartarije naar Italië. Ons Vaderland werd er door geteisterd in de jaren 1713—1719, 1741—1756 en 1768—1786. Verscheidene van onze landgenooten, vooral Camper en Geert Reinders, hebben zich door hunne geschriften over de veepest verdienstelijk gemaakt. In 1813 en 1814 woedde zij te Utrecht, werwaarts zij werd overgebragt door het steppenvee uit Oostenrijk, en in 1865 vertoonde zij zich in Engeland en ook in de omstreken van Schiedam, waar zij echter door krachtige maatregelen vernietigd werd.
