Varna of Warna, eene onlangs sterk bevestigde stad in het voormalige Turksche Donau-ejaleet, aan de Zwarte Zee, waar de Pasawadi zich uitstort in de Baai van Varna, is door een in September 1866 geopenden spoorweg met Roestjoek verbonden. Zij is de zetel van een Griekschen metropolitaan en van onderscheidene vreemde consuls, heeft eene citadél, groote kazernes, magazijnen, een lazareth, eene niet volkomen veilige reede, scheepsbouw, veel handel en 20000 (volgens anderen slechts 6000) inwoners, meest Grieken en Boelgaren. Zij is de stapelplaats van den handel van Boelgarije met Constantinopel en uit een strategisch oogpunt van veel belang. — Varna is waarschijnlijk het aloude Odessus, eene kolonie van Milete. Hier leden den lOden November 1444 de Hongaren onder Wladislaus lIl eene bloedige nederlaag in een strijd tegen de Turken.
In 1610 werd de stad ingenomen door de Kozakken, die er 3000 Christenslaven in vrijheid stelden. Eerst in den jongsten tijd werd Varna aan de zee- en rivierzijde voorzien met een zwaren wal en eene diepe gracht en de omliggende hoogten van batterijen, die de reede bestrijken. In den oorlog van 1828 viel zij den llden October in handen der Russen, en in Mei 1854 werd de stad door de Franschen en Engelschen bezet, om vanhier den veldtogt naar de Krim te ondernemen.