Varnbüler (Friedrich Gottlob Karl), vrijheer von und zu Hemmingen, een Würtembergsch staatsman, geboren den 13den Mei 1809, werd te Stuttgart opgevoed, studeerde te Tübingen en te Berlijn, bezocht van 1833 tot 1839 een groot gedeelte van Europa, werd lid van het districtsbestuur te Ludwigsburg, hield zich voorts bezig met het bestuur van zijne goederen, stond van 1849 tot 1853 aan het hoofd van eene groote machinenfabriek te Weenen, was sedert 1845, met eene korte tusschenpoos, als vertegenwoordiger der ridderschap lid van de Tweede Kamer en bevorderde door zijn invloed de afkondiging der vrijheid van nijverheid door de wet van 12 Februari) 1862. Daarentegen streed hij in 1848 en gedurende het tijdperk der reactie voor de belangen van den adel. Koning Karl benoemde hem den 24sten September 1864 tot minister van Buitenlandsche Zaken en van het Koninklijk Huis en belastte hem daarenboven met het toezigt op de middelen van verkeer. Hij zorgde dan ook met ijver voor den aanleg van spoorwegen en was een verklaard tegenstander van de hegemonie van Pruissen.
In 1866 deed hij gedurende eene beraadslaging in de Kamer over de legerkwestie in eene heftige redevoering tegen Pruissen het „Vae victis” hooren. Niettemin gaf hij zijne goedkeurende stem aan een of- en defensief verbond met Pruissen. Zoodoende verloor hij de gunst der Nationale partij, terwijl de Particularisten hem niet meer ten volle vertrouwden. Zijne dubbelzinnige houding was in 1867 oorzaak, dat bij de verkiezingen van 1867 de Ultramontanen en Democraten de overwinning behaalden. Hij zelf behield zitting in de Tweede Kamer en onderscheidde er zich als een uitstekend redenaar. In September 1870 ontving hij zijn ontslag uit de staatsdienst, maar werd in 1872 tot lid van den Rijksdag gekozen, waar hij zich een voorstander betoonde der beschermende regten. Hij schreef: „Ueber das Bedürfnis einer Gewerbegesetzgebung in Würtemberg (1846)”, — en „Ueber die Frage eines deutschen Heimatsrechts (1864)”, terwijl hij belangrijke rapporten inleverde over staatshuishoudkundige vraagstukken.