Tronchin is de naam van een Fransch geslacht, dat in de 16de eeuw zich vestigde te Genève. Daartoe behoorden : Théodore Tronchin, geboren te Genève den 17den April 1582. Hij werd aldaar hoogleeraar en rector der académie en behoorde tot de vrienden van den hertog de Rohan. Op de synode te Dordrecht in 1618 trad hij op als een bestrijder der leer van Arminius, maar ijverde toch voor eene vereeniging van alle Protestanten, en overleed den 19den November 1657. — Théodore Tronchin, een uitstekend geneesheer en geboren te Genève den 24sten Mei 1709.
Hij was een groot voorstander van de pokkeninënting. Zijn vader, die in de ondernemingen van Law zijn geheele vermogen verloren had, zond hem naar zijn bloedverwant Rolingbroke in Engeland. Hier studeerde de jeugdige Tronchin te Cambridge, vertrok daarop naar Nederland en werd een leerling van Boerhaave. Nadat hij zich te Amsterdam eenigen tijd had bezig gehouden met de geneeskundige practijk, aanvaardde hij in 1750 de betrekking van professor honorarius te Genève. zijn roem klom zoozeer, dat onderscheidene buitenlandsche Vorsten hem aan hunne dienst zochten te verbinden. Hij werd dan ook eerste Iijfarts bij den hertog van Orleans, en overleed te Parijs den 30sten November 1781.
Niet alleen was hij steeds bereid, behoeftigen zonder betaling te behandelen, maar hij ondersteunde hen ook met geld. Voltaire, Rousseau, Necker en Thomas behoorden tot zijne vrienden. — Jean Robert Tronchin, geboren te Genève den 3den October 1710 en lid van de regéring aldaar. Tot verdediging van deze zond bij de „Lettres écrites à la campagne (1763)” in het licht, die door Rousseau in zijne „Lettres de la montagne” werden beantwoord. Reeds vroeg zag hij zich belast met staatkundige onderhandelingen en vervolgens benoemd tot procureur-generaal. bij de volksbewegingen te Genève was hij een tegenstander der demo oratie, nam zijn ontslag uit de staatsdienst, maakte van zijne middelen een weldadig gebruik, en overleed te Rolle in Waadtland den 11den Maart 1793.
