Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Treviso

betekenis & definitie

Treviso, eene Italiaansche provincie in het landschap Venetië, op 14,18 □ geogr. mijl ruim 352000 zielen tellend, is grootendeels vlak en bezit talrijke wateren, welke voor besproeijing en scheepvaart dienen. De voornaamste voortbrengselen zijn er: tarwe, maïs, wijn, kastanjes en ooft. Ook de veeteelt is er van belang, inzonderheid de runderteelt en de schapenfokkerij. — De evenzoo genoemde hoofdstad, aan den spoorweg van Weenen naar Venetië en aan de bevaarbare Sile gelegen en door oude vestingwerken omringd, heeft een zeer ouderwetsch voorkomen. Zij is de zetel van een prefect, van een bisschop en van eene kamer van koophandel, — voorts heeft men er: een gymnasium, een lycéum, een bisschoppelijk gymnasium, een seminarium van priesters, eene technische school, een athenaeum en eene bibliotheek, onderscheidene instellingen van weldadigheid en (met de voorsteden) omstreeks 30000 inwoners, die zich bezig houden met de vervaardiging van metalen voorwerpen, machines, instrumenten, zijden stoffen, laken, papier, aardewerk, kaarsen, katoenen garens enz.

Ook is er een levendige handel. Tot de merkwaardige gebouwen behooren er: de hoofdkerk van San Piétro met fresco’s van Pordenone en schilderijen van Titiaan, de kerk van San Niccoló di Bari, de schouwburg, de Villa Manfrini, de Villa Maser met fresco’s van Paolo Veronese enz. Deze stad (Tarvisium) was reeds in de 6de eeuw onzer jaartelling eene aanzienlijke plaats. Zij werd in 776 door Karel de Groote belegerd en ingenomen en verviel, nadat onderscheidene heerschers er elkander waren opgevolgd, in 1388 aan Venetië, tot 1797 deelende in de lotsverwisselingen van dezen Staat. In laatstgenoemd jaar werd zij door de Franschen onder Mortier, die deswege den titel van hertog van Treviso verkreeg, in bezit genomen, en den 5den Mei 1809 had er een gevecht plaats tusschen de Oostenrijkers en de Franschen. Den 21sten Maart 1848 barstte er een opstand uit, zoodat de zwakke Oostenrijksche bezetting de stad moest verlaten. Den 11den Mei daaraan volgende leden de Piémontézen er de nederlaag, waarop de stad op bevel van Nugent gebombardeerd werd. Door een tweede bombardement onder Welden werd zij gedrongen, zich den 24sten Junij bij verdrag aan de Oostenrijkers over te geven.