Tower (De), eene vermaarde citadél aan de oostzijde der City te Londen, aan den oever van de Theems en niet ver van de London bridge, is door wallen en grachten omgeven en beslaat eene vierkante oppervlakte van 20 Ned. bunder met een vierkanten toren op elken hoek. Volgens de sage is deze sterkte gesticht door de Romeinen. Men weet echter met zekerheid, dat Willem de Veroveraar er in 1078 een kasteel deed verrijzen, hetwelk er als een gedeelte van het tegenwoordig geheel onder den naam van White Tower thans nog aanwezig is. In den loop der eeuwen werden er andere gebouwen aan toegevoegd, en ook Willem III heeft dat kasteel aanmerkelijk vergroot.
In de geschiedenis van Engeland vervult de Tower eene merkwaardige en meestal eene schrikwekkende rol. Oorspronkelijk zetelden er de Koningen, maar Hendrik VIII maakte daaraan een einde. Ook was het tot aan Jakob II de gewoonte, dat de Koningen tot aan den krooningsdag zich afzonderden in den Tower of er althans eene plegtige audientie verleenden. Van ouds en vooral sedert Hendrik VIII diende dit kasteel tot staatsgevangenis voor aanzienlijke personen, en zijne muren waren de getuigen van bloedige gebeurtenissen. Hendrik VI, George, hertog van Clarence, Eduard V en zijn broeder Richard, hertog van York, werden in den Tower heimelijk vermoord. Anna Boleyn en Catharina Howard, gemalinnen van Hendrik VIII werden in de kapél van den Tower onthoofd, Jane Gray en vele Britsche aanzienlijken en staatslieden beklommen uit den Tower het schavot, en de laatste van hen waren de lords Kilmarnock, Balmerino en Loval in 1746.
Een heuvel, ten noorden van het gebouw gelegen en Towerhill genaamd, was gewoonlijk de strafplaats voor staatkundige misdadigers. De hoofd-ingang van de Tower is eene dubbele deur aan de westzijde, en op de wallen bevinden zich 60 kanonnen, waarmede bij plegtige gelegenheden gevuurd wordt. De voornaamste gebouwen binnen de ringsmuur zijn er: de Oude of Witte Tower, de Bloody-, Bell-, Beauchamp-, Develin- en Martin-Tower, de Pieterskerk, de oude kapel, door Eduard I gesticht, de zaal van de kleinoodiën der Kroon (Jewel House), het tuighuis en de kazerne. Op den 31sten October 1841 werd het tuighuis geheel en al door de vlammen verwoest; in twee groote wapenzalen waren 280.000 geweren en vele stukken zwaar geschut op eene kunstmatige wijze gerangschikt, maar gingen bijna allen verloren. Eene andere zaal bevatte talrijke trofeeën en oude wapenrustingen, welke desgelijks eene prooi werden van het vuur. Het groote archief, in welks nabijheid zich 200 vaten buskruid bevonden benevens de kroonjuweelen bleven gespaard.
