Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Torstenson

betekenis & definitie

Torstenson (Linnard), graaf van Ortala, een Zweedsch veldheer in den Dertigjarigen Oorlog en geboren den 17den Augustus 1603 te Torstena in Zweden, werd, op 17-jarigen leeftijd page van Gustaaf Adolf, vertrok in 1630 als kapitein der lijfwacht met den Koning naar Duitschland, werd bij het bestormen van Wallenstein's leger bij Nürnberg (3 September 1632) gevangen genomen, in Februarij 1639 uitgewisseld, voegde zich daarop bij het Zweedsche leger in Lijfland, keerde in 1635 naar Duitschland terug, nam tot 1639 onder hertog Bernhard van Weimar en Banner deel aan alle veldtogten en bleef vervolgens tot 1641 als rijksraad in Zweden.

Na den dood van Banner zag hij zich tot opperbevelhebber van het leger in Duitschland benoemd, vertrok, hoewel door jicht gekweld, in een draagstoel door Saksen naar Silézië, veroverde Glogau en Schweidnitz, viel daarop in Moravië en maakte zich meester van Olmütz. Aartshertog Leopold en Piccolomini noodzaakten hem echter, naar Saksen terug te trekken, waar hij den 2den November 1642 op de vlakte bij Breitenfeld eene bloedige, maar glansrijke overwinning behaalde en vervolgens Leipzig innam.

Om zijn leger met de bezettingen van Silézië en Pommeren te versterken, trok hij daarmede in het voorjaar terug tot Frankfort aan de Oder, rukte daarop weder over de grenzen van Bohemen, bedreigde Praag en ontzette Olmütz. Ten gevolge van de oorlogsverklaring van Zweden werd hij in December 1643 naar Holstein geroepen en veroverde het geheele schiereiland met uitzondering van de vestingen Rendsburg en Glückstadt. Daarop naar Duitschland terugkeerende, versloeg hij 6den Maart 1645 den Keizerlijken generaal Hatzfeld bij Jankau, vereenigde zich met prins Rákóczy van Siebenbürgen, veroverde in korten tijd geheel Moravië, rukte voorwaarts tot aan de Donau en bemagtigde de schansen aan de Wolfsbrücke bij Weenen.

Om in Moravië vasten voet te verkrijgen, sloeg hij het beleg vóór Brünn, maar de hardnekkige tegenstand van deze vesting, de verwoestingen, door eene besmettelijke ziekte onder zijne troepen aangerigt, en de vrede van Rákóczy met den Keizer noodzaakten hem tot den terugtogt naar Bohemen. Door ziekte geteisterd en uitgeput, gaf hij het opperbevel over aan generaal Wrangel en begaf zich naar Zweden.

Koningin Christina verhief hem in 1647 tot graaf van Ortala, en hij overleed te Stokholm den 7den April 1651.

< >