Thym is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Lipbloemigen (Labiatae). Het omvat halfheesters of kleine heesters met kleine, gaafrandige, tegenoverstaande bladeren, een klokvormigen, tweelippigen kelk met 3 kortere, driehoekige tanden aan de boven- en 2 priemvormige, langere, gewimperde tanden aan de onderlip, eene kelkbuis, die na den bloei door haren gesloten is, eene 2-lippige bloemkroon met eene regte, bijna vlakke, gave of uitgesnedene boven- en eene uitgespreide, 3-lobbige onderlip, 4 meeldraden, doorgaans boven de kroon uitstekend, een breed, bijna driehoekig helmbindsel en aan hun voet van elkander verwijderde helmhokjes. Van de soorten noemen wij: wilde Thym (T. serpyllum L.), een heesterachtig plantje met dunne, liggende stengels en takken, gesteelde, gaafrandige, aan hun voet met lange, kleurlooze wimpers bezette bladeren en eindelingsche bloemkluwens, — en gewone Thym (T. vulgaris L.), een lagen halfheester met een opgaanden, vertakten stengel, lijn-lancetvormige tot langwerpig eivormige, met klieren bestippelde, kort behaarde of onbehaarde bladeren, die aan den rand omgerold zijn, en witte of roode bloemen.
De takjes bevatten eene aethérische olie. Wij geven hierbij in a de afbeelding van een bloeijend takje in natuurlijke grootte, in b van eene bloem met meeldraden en de punt van den stamper, en in c van een kelk.