Therebinthaceën is de naam van eene tweezaadlobbige plantenfamilie uit de orde der Terebinthinen. Zij omvat melksaphoudende boomen en heesters met afwisselende, enkelvoudige en onverdeelde of handvormigdrietallige of oneven-gevinde bladeren zonder steunblaadjes en meestal éénsiachtige, één- of tweehuizige, zelden tweeslachtige, regelmatige, meestal kleine bloemen, die eind- of okselstandige pluimen of aren vormen. De kelk is meestal 3tot 5-spIetig of-deelig en overblijvend. Daarin bevinden zich de bloembladen, afwisselend met de kelkslippen, op eene ringvormige schijf.
De meeldraden hebben priem- of draadvormige, vrije of aan de basis zaamgegroeide helmdraden en binnenwaarts gekeerde, 2-hokkige, overlangs openspringende helmknoppen. Het vruchtbeginsel is meestal bovenstandig en één-hokkig, bevat een amphitropen zaadknop en een eindstandigen of eenigzins ter zijde geplaatsten stamper met een enkelvoudigen stempel. De meestal sappige, op eene steenbes gelijkende vrucht bevat slechts één zaadje met eene vliezige schaal zonder kiemwit. Deze familie telt omstreeks 130 soorten in nagenoeg 30 geslachten en behoort te huis in de keerkringslanden. zij bevatten hars- en balsemachtige, scherpe sappen en vaak bittere, zamentrekkende zelfstandigheden, zoodat vele tot de geneeskrachtige gewassen en tot de gifplanten behooren. Van onderscheidene soorten worden de vleezige, suiker en vrij zuur bevattende vruchten gegeten. De Burseraceën, met deze familie vermaagschapt, verschilt van haar hoofdzakelijk door haar 2tot 5-hokkig vruchtbeginsel, door 2 hangende, anatrope eitjes in ieder hok en door de meestal geplooide en opgerolde zaadlobben. Zie onder Bursera.
