Theodora. Onder dezen naam vermelden wij:
Theodora, de gemalin van den Romeinschen keizer Justinianus I. Zij was de dochter van den beerenleider Acarius van Cyprus en aanvankelijk tooneelspeelster, danseres en hetaere, daarna de minnares en eindelijk de gemalin van genoemden Vorst. Toen deze in 527 den Byzantijnschen troon beklom, werd ook zij door den patriarch gekroond en ontving de waardigheid van mede-regentes. Zij had een onbeperkten invloed op den Keizer en gaf vele blijken van schranderheid en moed, maar ook van heerschzucht en wraakgierige wreedheid. Bij den opstand, in 532 te Constantinopel uitgebarsten, redde zij haren gemaal, die lafhartig wilde vlugten, door hare onverschrokkene geestkracht. Hare getrouwe vriendin was Antonina, de zedelooze echtgenoote van Belisarius, weshalve zij laatstgenoemde begunstigde. Door uitwendige vroomheid en kerkelijke regtzinnigheid, door milde aalmoezen en schenkingen aan kerken, kloosters en hospitalen poogde zij haren vroegeren levenswandel weder goed te maken. Procopius heeft in zijne „Anecdota” een walgingwekkend tafereel geschetst van hare zedeloosheid.
Theodora, eene Romeinsche vrouw en de gemalin van den consul Theophylactus. Zij was schoon, schrander en eergierig, maar tevens diep bedorven. Marozia en de jongere Theodora waren hare dochters. Met deze stond zij aan het hoofd der Patricische partij en voerde jaren lang heerschappij over Rome en den Heiligen Stoel. Ook zorgde zij, dat haar voormalige minnaar in 914 onder den naam van Johannes IX tot Paus gekozen werd.