Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Theoderik

betekenis & definitie

Theoderik, in het Gothisch Thiudareiks (Volksbeheerscher), later in Diederik en Dirk herschapen, is in de eerste plaats de naam van Frankische Koningen uit het geslacht der Merovingen, namelijk: Theoderik I, den onwettigen zoon van Chlodwig, dien hij in 511 opvolgde in het oostelijk gedeelte van het rijk der Franken (Austrasië), waar hij Reims tot hoofdstad koos; hij veroverde in 530 Thüringen, bragt den laatsten Koning van dit rijk, Hermanfried, op eene verraderlijke wijze om het leven, en overleed in 534. — Theoderik II, een zoon van Childebert; hij erfde van dezen in 596 het rijk Bourgondië, ontnam in 612 aan zijn broeder Theodebert het rijk Austrasië, en overleed te Metz in 613. Voorts noemen wij:

Theoderik de Groote, koning der Oost-Gothen, geboren in 454 en een zoon van Theodemir uit het geslacht der Amalers. Hij kwam in 462 als gijzelaar aan het Byzantijnsche Hof, waar hij 10 jaar vertoefde, nam daarop deel aan de oorlogen, waarin zijn vader gewikkeld was, werd na het overlijden van dezen Koning der Oost-Gothen en onderhield eene goede verstandhouding met den Oost-Romeinschen keizer Zeno, die hem met eerbewijzen en waardigheden begiftigde en hem vergunning verleende, Italië voor den Keizer te heroveren. In 488 trok hij over de Oostelijke Alpen, versloeg Odoacer in 489 aan de Isonzo en bij Verona, in 490 aan de Adda, noodzaakte hem in 493 Ravenna over te geven en doodde hem met eigen hand. Hoewel hij de souvereiniteit van den Byzantijnschen Keizer erkende, noemde hij zich Koning van Italië en stichtte het Oost-Gothische Rijk. Voorts breidde hij daarvan de grenzen uit, waakte voor de veiligheid van deze, verkreeg Sicilië, de Alpenstreek en Provence, poogde den vrede onder de Germaansche volkeren te handhaven en trad onder deze met goed gevolg op als een invloedrijk scheidsregter. Ook regelde hij in het binnenland het staatsbestuur op eene voortreffelijke wijze. Hij schonk aan zijne Gothische stamgenooten het derde gedeelte van het grondbezit en belastte hen met de gewapende bescherming des Rijks.

Ten behoeve der Italianen liet hij de Romeinsche staatsregeling, regtspraak en wetgeving ongeschonden en zocht hen door zachtheid en regtvaardigheid aan zich te verbinden, begunstigde den landbouw, deed korenmagazijnen verrijzen om in tijden van gebrek overmatige duurte te verhoeden en versierde de groote steden des lands met kerken, paleizen, baden, waterleidingen enz., waarvan thans nog overblijfselen gevonden worden. In één woord, Italië begon zich onder zijn bestuur, na eeuwen van noodlottigen burgerkrijg en van aanvallen van buiten, weder te verblijden in al de zegeningen van den vrede. Toch slaagde hij er niet in, de Gothen met de Italianen zamen te smelten en den afkeer der orthodoxe geestelijkheid van de Ariaansche ketters te overwinnen. Hare listen en lagen bragten hem zoo ver, dat hij in 524 de hooggeachte senatoren Boëthius en Symmachus door beulshanden deed ombrengen. Hij overleed den 26sten Augustus 526, zonder een zoon na te laten, zoodat zijn schepter ten deel viel aan zijn zevenjarigen kleinzoon Athalarik, den zoon van zijne dochter Amalasunta. Ook in sagen en liederen bleef hij leven onder den naam van Dietrich von Bern, en vooral in het „Niebelungenlied” wordt hij als een der dapperste helden gehuldigd.

Eindelijk is Theoderik de naam van twee West-Gothische Koningen, te weten: van Theoderik I (419—451), den opvolger van Wallia; hij vestigde zijn zetel te Tolosa, overwon in 439 den Romeinschen veldheer Litorius, verbond zich in 451 met Aëtius tegen de Hunnen en sneuvelde in den slag bij Catalaunum; — en van Theoderik II (453—466), een zoon van den voorgaande; hij vermoordde zijn ouderen broeder, koning Thorismond, regeerde met vastheid, behaalde menige overwinning, en werd in 466 door Eurich vermoord.

< >