Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Teplitz

betekenis & definitie

Teplitz, eene vermaarde badplaats in het noorden van Bohemen, is de hoofdstad van een district en ligt in het bekoorlijke Bieladal, 224 Ned. el boven de oppervlakte der zee, tusschen het Ertsgebergte en het Boheemsche Middengebergte, is een station der spoorwegen van Aussig naar Komotau en van Dux naar Bodenbach, en bezit een kasteel van den prins Clary met een fraai park, eene R. Katholieke en eene Protestantsche kerk, een gymnasium, eene handelsschool, eene teekenschool en andere inrigtingen van onderwijs, een prachtigen schouwburg, een genootschap van nijverheid, een militair badhuis en ruim 10000 inwoners. Wegens de bruinkolenbeddingen in hare nabijheid hebben nijverheid en handel er zich in de laatste jaren krachtig ontwikkeld, zoodat men er onderscheidene fabrieken aantreft. De merkwaardigste bronnen zijn er: de Sprudel (49°C.), de Frauenbadquelle (48° C.), de Frauenzimmerquelle (46° C., de Sandquelle (44° C.) en de Gartenquelle (25° C). Zij worden gewoonlijk tot de alkalisch-zoute bronnen gerekend, maar bevatten weinig vrij koolzuur en bekleeden den eersten rang onder de indifferente bronnen.

Men gebruikt het water tot baden en ook om te drinken, vooral tegen chronische jicht en rheumatismus, alsmede tegen ongesteldheden, ontstaan door verwondingen op het slagveld. Behalve de militaire en openbare inrigtingen heeft men er de volgende badhuizen: Stadtbad, Fürstenbad, Sophienbad, Kaiserbad, Herrenhaus, Steinbad en Stephansbad, — en in het naburig Schönau nog Neubad en Schlangenbad, In 1876 werden de baden er bezocht door 10580 badgasten en bijna 23000 reizigers. Tot de plaatsen van uitspanning behooren er: de Kurgarten, in het midden van de stad, met den schouwburg, de drinkhallen, het salon en het prachtige Kaiserbad, — de tuin en het park bij het vorstelijk kasteel van Clary, — de Königshöhe (250 Ned. el hoog), — het Belvedère, — het Seumepark, — het Kaiserpark, — de Slotberg (390 Ned. el hoog) met merkwaardige bouwvallen enz. In de nabijheid van Teplitz ligt Eichwald in het midden van prachtige wouden en wordt als herstellingsoord druk bezocht. Men zegt, dat de bronnen van Teplitz reeds in 762 ontdekt zijn; doch in geschrift vindt men de stad eerst in de 12der en hare bronnen pas in de 16de eeuw vermeld.

Omstreeks het jaar 1630 behoorden de stad en het kasteel aan den heer von Kinsky, die in den val van Wallenstein betrokken was. Daarop beleende keizer Ferdinand II den generaal-veldmaarschalk, graaf von Aldringer met Teplitz, en toen in 1634 dit geslacht in de mannelijke lijn uitstierf, vielen de stad en het slot ten deel aan de familie Clary. In September en October 1813 was Teplitz het hoofdkwartier der drie verbondene Monarchen, die er den 3den September wegens de overwinningen bij Groszbeeren, aan de Katzbach en bij Kulm een dankfeest vierden en er den 9den daaraanvolgende een verbond sloten tegen Napoleon I. In September 1835 werd er eene zamenkomst gehouden van de Monarchen van Oostenrijk, Rusland en Pruissen, — in het najaar van 1849 van den Keizer van Oostenrijk met de Koningen van Pruissen en Saksen, — en den 25sten Julij 1860 van den Keizer van Oostenrijk met den Prins-regent van Pruissen. In de laatste dagen van Augustus 1862 werd er het 1100-jarig jubelfeest der bronnen gevierd en tevens een gedenkteeken onthuld.

< >