Tentoonstellingen dienen om de beste voortbrengselen van kunst en nijverheid onder de oogen te brengen van het publiek. Men heeft bijv. tentoonstellingen van schilderijen, van landbouwgereedschappen, van voorwerpen tot de visscherij, tot het onderwijs enz. in betrekking staande, van voortbrengselen der nijverheid enz. Zulke tentoonstellingen worden gehouden op ongeregelde tijden en ook wel jaarlijks. Men heeft er, die zich bepalen tot het land, waar zij gehouden worden, zooals in Nederland die te Arnhem van 1879, maar ook anderen, waar alle volkeren tot den vreedzamen strijd der mededinging worden opgeroepen.
Deze laatste zijn vooral vermaard en dragen den naam van wereldtentoonstellingen. Het denkbeeld om eene wereldtentoonstelling te houden is uitgegaan van prins Albert, en zij had in 1851 in Engeland plaats. Daarvoor verrees te Londen het „kristallen paleis”, door Paxton van ijzer en glas gebouwd; het was 600 Ned. el lang, 130 Ned. el breed en 20 Ned. el hoog en rustte op 3230 zuilen van gegoten ijzer. Daarin bevonden zich 2000 vertrekken, ieder 8 Ned. el lang en breed. Het aantal inzenders bedroeg ongeveer 14000, van welke 2918 medailles en 170 raadsmedailles (council-medals) behaalden. Deze tentoonstelling duurde van 1 Mei tot 15 October. — De volgende wereldtentoonstelling werd gehouden te New York in 1853—1854 en telde omstreeks 7000 inzenders. Op die te Parijs in 1855 bedroeg het aantal inzenders bijna 22000. Hier werden 112 eere-medailles, 2300 medailles van de eerste, 3900 van de tweede klasse en 4000 diplomate uitgereikt voor inzendingen van nijverheid, terwijl aan de kunstgewrochten eene afzonderlijke bekrooning ten deel viel.
In 1862 had wederom eene groote wereldtentoonstelling te Londen plaats, waarvoor een ruim gebouw in Kensington verrees, hetwelk eene oppervlakte bedekte van 51/2 Ned. bunder en door 27000 inzenders gevuld werd. Niet minder prachtig was in 1867 de wereldtentoonstelling te Parijs, welke er in een reusachtig gebouw van glas en ijzer op het Champ de Mars gehouden werd. Het was 490 Ned. el lang en omsloot een open binnenplein met eene lengte van 144 en eene breedte van 38 Ned. ei. Door middel van ringvormige gangen, doorsneden van straalsgewijs in een middelpunt uitloopende lanen was het zoodanig verdeeld, dat men door het volgen van eene laan langs de voortbrengselen wandelde van éénzelfde land en door het volgen van een kringvormigen gang steeds dezelfde soort van voortbrengselen in oogenschouw kon nemen van verschillende landen. Voorts had men er een groot aantal bijgebouwen voor bepaalde groepen van ingezonden voorwerpen. Het aantal inzenders bedroeg er ruim 42000.
Eene volgende wereldtentoonstelling werd in 1873 te Weenen gehouden, en wel in den Prater, waar zij eene ruimte besloeg van 260 Ned. bunders. Er werden nieuwe bruggen gebouwd, nieuwe straten aangelegd, en het grootsche tentoonstellingsgebouw was gekroond met eene prachtige rotonde met eene middellijn van 135 en eene hoogte van 105 Ned. el. De lengte van het geheele gebouw bedroeg 925 en zijne breedte 180 Ned. el, en men had er daarenboven 160 bijgebouwen, terwijl het aantal inzenders er tot bijna 40000 was geklommen, onder welke zich 420 uit Nederland en zijne koloniën bevonden. Tevens werden er gedurende den tijd der tentoonstelling vele congressen gehouden van verschillenden aard. Van genoemde tentoonstellingen werd die te Parijs in 1867 door 15 millioen, die te Weenen in 1873 door ruim 7 millioen en die te Londen in 1862 door ruim 6 millioen personen bezocht. Toch waren bij deze tentoonstellingen de inkomsten op verre na niet voldoende om de uitgaven te dekken; van die te Weenen bedroeg het te kort 13 millioen Oostenrijksche gulden.
Na dien tijd volgden de wereldtentoonstellingen elkander met snelheid op. In 1876 werd eene gehouden te Philadelphia in NoordAmerika, — in 1878 eene te Parijs, welke in pracht van gebouwen, op het Champ de Mars verrijzend, alle voorgaanden overtrof en door millioenen belangstellenden uit alle oorden der wereld werd bezocht, — en in 1879 te Sidney in Australië. Zulke tentoonstellingen prikkelen den wedijver der nijverheidsmannen, om door doelmatige, degelijke, sierlijke en goedkoope voortbrengselen roem te behalen en strekken daardoor tevens tot eene leerschool op het gebied der nijverheid, welke door bekwame mannen niet zonder vrucht wordt bezocht. Tevens bevorderen zij de verbroedering der volkeren, die in dezen edelen wedstrijd elkander leeren kennen en waardéren. Ook zij, die niet in de gelegenheid zijn, zulke tentoonstellingen te bezoeken, kunnen daaruit groote voordeelen trekken door het inzien der geïllustreerde catalogussen, welke eene beknopte beschrijving leveren van het merkwaardige, dat er werd ingezonden.