Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tahiti

betekenis & definitie

Tahiti of Otaheiti, het grootste en belangrijkste der Sociëteits-eilanden, bevindt zich onder de beschermheerschappij van Frankrijk en bestaat uit twee door eene smalle landengte verbondene schiereilanden, Taiarapoe en Porionoen, eene oppervlakte beslaande van 19 □ geogr. mijl. Het eiland is omgeven door een koraalrif, waarin zich onderscheidene openingen bevinden; ook heeft men er eenige baaijen met goede ankerplaatsen. De bodem is er vulcanisch en verheft zich van de kust af naar het midden in den Orohea of Tobreonoe ter hoogte van ruim 2100 Ned. el. Vele beken dalen er — hier en daar met watervallen — van het gebergte en worden in den regentijd aanzienlijke rivieren.

Van den voet van het gebergte tot aan het strand is het geheele eiland door eene lage landstrook omgeven, waar de ingezetenen in verstrooide woningen gevestigd zijn. Het klimaat is dat der Sociëteits-eilanden. Sedert 1864 doet eene Engelsche maatschappij er op de zuidkust door Chinésche arbeiders suiker, koffij en katoen verbouwen. Het aantal inboorlingen, in de dagen van Cook (doch vermoedelijk veel te hoog) op 120000 geschat, is ten gevolge van burgeroorlog en Europésche kolonisatie tot 8000 verminderd. Daarbij komen ongeveer 2000 Europeanen. Gemelde inboorlingen zijn meerendeels Christenen en hebben scholen en kerken; de Protestantsche zendelingen zijn er thans door R. Katholieke verdrongen. De hoofdstad is Papeiti aan de noordwestkust.

Het eiland Tahiti is in 1606 door Quiros, een Spaansch zeeman, ontdekt en met den naam van Sagittaria bestempeld. De eerste naauw keurige berigten omtrent dat land zijn wij verschuldigd aan den Engelschen zeekapitein Samuël Wallis, die het in 1767 bezocht en den naam in dien van St. George's-eiland veranderde. In 1768 bragt Bougainville er een bezoek en noemde het, wegens de verregaande zedeloosheid der vrouwen, Nouvelle Cythere. Voorts werd het zorgvuldig opgenomen door Cook en Forster in 1769, en deze gaven aan de geheele groep den naam van Sociëteits- of Gezelschaps-eilanden. Sedert dien tijd is zij door vele zeelieden (Wilson, Turnbull, Bellinghausen, Duperrey, Kotzebue, Beechey, Dumont d'Urville enz.) bezocht en beschreven. De maatschappelijke toestand van Tahiti onderging vooral door de komst van Engelsche zendelingen eene groote verandering. Deze werden door het Britsche zendelinggenootschap derwaarts gezonden en stapten er den 7den Maart 1797 aan wal. Pomare I voerde er in dien tijd heerschappij als Koning. Deze was den zendelingen niet ongenegen, maar eerst zijn opvolger Pomare II omhelsde in 1812 het Christendom. Overal werden de afgodsbeelden vernield, waarna er kerken en kapellen verrezen. Veelwijverij en kindermoord, te voren eene dagelijksche zaak, namen nu een einde; de kinderen gingen ter school, en behalve eene in 1819 gebouwde hoofdkerk telde men in 1822 op Tahiti reeds 66 kerken en kapellen. Daar Pomare II bij zijn overlijden (30 November 1821) een zoon van slechts 1½ jaar oud achterliet, namen de zendelingen ter bevordering der beschaving zelven het bewind in handen, en toen in 1824 Pomare III als Koning werd erkend, verkreeg het eiland eene soort van grondwet met eene volksvertegenwoordiging. De jeugdige Koning stierf echter reeds den 11den Januarij 1827, waarna zijne 16-jarige zuster Aimata onder den naam van Pomare Wahine den troon beklom. De werkzaamheid der Engelsche zendelingen werd voorts belemmerd, toen door tusschenkomst van den Belgischen koopman Moerenhout, die zich in 1829 op Tahiti gevestigd en velerlei betrekkingen met de inboorlingen aangeknoopt had, R. Katholieke zendelingen uit Frankrijk zich derwaarts begaven. De Koningin deed deze laatsten met geweld verdrijven, waardoor de Fransche Regéring zich beleedigd achtte, zoodat zij kapitein Dupetit Thouars belastte met de taak, voldoening en tevens schadeloosstelling voor de verdreven zendelingen te vragen. De Koningin moest toegeven en de vestiging van R. Katholieke priesters op Tahiti vergunnen. Op aandringen van Moerenhout verzochten in 1841 eenige hoofden des lands aan de Fransche Regéring, de beschermheerschappij over het eiland te willen aanvaarden.

Reeds den 1sten september 1842 verscheen Dupetit Thouars met de fregat „Reine Blanche” weder vóór Tahiti en zorgde door bedreigingen, dat het protectoraat van Frankrijk werd erkend. Op verzoek van den Engelschen consul Pritchard stevende nu de Britsche commodore Toup Nicholas met de „Vendictive" derwaarts en deed er de Fransche vlag neêrhalen, en toen Dupetit Thouars in 1846 Pomare vervallen verklaarde van den troon, den consul Pritchard gevangen nam en op een Fransch schip deed wegbrengen, verklaarde de Engelsche Regéring het gedrag van Frankrijk beleedigend. Het Fransche bewind moest toegeven om eene ernstige botsing te voorkomen en behield alleen de beschermheerschappij, die echter allengs in een onbeperkt gezag veranderde. De Code Napoleon is er het wetboek en de regters worden er benoemd uit de Fransche ambtenaren en militairen. De Protestantsche zendelingen, aan wie het eiland zijne beschaving verschuldigd is, hebben langzamerhand al hun invloed aan de R. Katholieken moeten afstaan, ’t geen trouwens niet te verwonderen is, wanneer men bedenkt, dat eene afgodische bevolking veel meer geschiktheid heeft om tot het R. Katholicismus met zijne talrijke uitwendige plegtigheden dan tot het meer tot het verstand dan tot het gevoel sprekende Protestantismus over te gaan. In 1852 ontstond op de Sociëteits-eilanden eene revolutie, en Pomare werd verdreven. Weldra echter herkreeg zij door tusschenkomst van Frankrijk haar gezag.

< >