Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Struisvogel

betekenis & definitie

Struisvogel (Struthio) is de naam van eene vogelfamilie, welke met de trapganzen en grielen eene afzonderlijke orde, die der Loopers (Cursores) vormen, terwijl anderen hen tot de Steltloopers (Grallatores) rekenen. Eerstgenoemde orde onderscheidt zich door lange, stevige pooten, welke naakt zijn tot boven de knie en 2 of 3 teenen hebben, — voorts door zwakke vleugels, die weinig geschikt zijn tot vliegen.

Tot haar behooren in de eerste plaats de Afrikaansche en de Amerikaansche struisvogel (S. camelus L.); deze is de grootste onder de vogels en de éénige, welke slechts 2 teenen heeft aan elken poot. De buitenste teen mist den nagel. Bij eene ongedwongen houding verheft zich zijn schedel ter hoogte van 2 Ned. el. Het mannetje is paarsachtig zwart van vederen, met rooden, naakten hals en met prachtige vleugel- en staartvederen, die een belangrijk handels-artikel vormen. De hen is eenvoudig grijs van vederen. De vleugels ondersteunen het ligchaam bij het loopen. De struisvogels leven in troepen in de woestijnen van Afrika, veelal in gezelschap van zebra’s.

Zij loopen even zoo snel als het paard en voeden zich met planten, vooral met gras. De paring heeft plaats in Augustus; daarna blijven 4 of 5 paren bijéén, en de hennen leggen hare eijeren — ten getale van 30 — in hetzelfde nest, enkel eene holte in den grond. Deze eijeren zijn zeer groot, geelachtig wit en hebben eene eenigzins ruwe schaal. Rondom het nest worden eenige eijeren gelegd, welke de haan later openbreekt, om er de kuikens mede te voeden. De haan broedt des nachts, de hen bij dag, en het broeden duurt 90 dagen. De kuikens loopen spoedig rond en volgen de ouders, en men kan hen gemakkelijk tam maken.

De Zuid-Amerikaansche struisvogel (S. rhea L.) bewoont de Pampa’s en is veel kleiner en niet zoo sierlijk van gevederte als de voorgaande. Zijn kleed is grijs met bruine wolken en vlekken, terwijl hem de fraaije vleugel- en staartpluimen ontbreken. Hij heeft 3 teenen aan elken voet en leeft van graan en gras. Op Madagascar heeft men bruine eijeren gevonden, grooter dan die van den Afrikaanschen struisvogel, — en op Nieuw-Zeeland zijn beenderen ontdekt, welke afkomstig zijn van eene struisvogelsoort, welke veel grooter moet geweest zijn dan de thans bekende soorten.

< >