Stieglitz. Onder dezen naam vermelden wij:
Ludwig, baron von Stieglitz, den stichter van eene vermaarde handels- en bankierszaak te Petersburg en geboren te Arolsen in 1778. Zonder eenig vermogen begaf hij zich naar Rusland en wist er door zijne bekwaamheid en onvermoeiden ijver het algemeen vertrouwen te verwerven, zoodat hij weldra over aanzienlijke sommen kon beschikken. Hij besteedde die aan de uitbreiding van handel en nijverheid. H{j bragt de stoombootvaart tot stand tusschen Petersburg en Lubeck, beschermde kunsten en wetenschappen, en overleed den 18den Maart 1843, nadat hij reeds in 1825 door den Keizer met brieven van adeldom begiftigd was. Na zijn dood werd de bankierszaak, die haar naam verbond aan Russische leeningen, door zijn zoon Alexander voortgezet. Deze werd echter in 1858 chef van de pas-gestichte rijksbank te Petersburg en ontbond de firma, maar legde in 1836 voornoemde betrekking neder. Hij bouwde voorts den spoorweg van Petersburg over Peterhof en Oraniënbaum naar Krasnoje-Selo in Rusland op eigen kosten, en zijn zoon Nikolai werd lid van den raad van Binnenlandsche Zaken aldaar.
Heinrich Stieglitz, een verdienstelijk Duitsch dichter en geboren te Arolsen den 22sten Februarij 1803. Hij studeerde te Göttingen en te Leipzig, werd in 1828 leeraar aan het gymnasium te Berlijn en custos der Koninklijke bibliotheek. Een zenuwlijden noodzaakte hem, zijne betrekkingen neder te leggen, en te vergeefs zocht hij te Petersburg genezing voor zijne ongesteldheid. Hij was in het huwelijk getreden met Charlotte Sophie Willhöft, en deze dweepzieke vrouw koesterde het denkbeeld, dat eene groote smart haren echtgenoot tot een uitstekend dichter zou verheffen. Daarom bragt zij op 28-jarigen ouderdom zich zelve met een dolksteek om het leven (21 December 1834). Hare zelfopoffering had echter niet het gewenschte gevolg; hij woonde na dien tijd meestal te Venetië, en overleed aldaar aan de cholera den 24sten Augustus 1849. Van zijne dichterlijke werken noemen wij: „Bilder des Orients (1831—1833, 4 dln)”, — „Sultan Selim III (een treurspel)”, — „Stimmen der Zeit in Liedern (2de druk, 1834)”, — en „Bergesgrüsze (1839)”.
