Stephan (Heinrich), postmeester-generaal in Pruissen en geboren den 7den Januarij 1831 te Stolp in Pommeren, ontving zijne opleiding aan een gymnasium en zag zich in 1848 geplaatst bij de posterijen. Door zijne buitengewone gaven en zijn rusteloozen ijver bewees hij belangrijke diensten. Reeds in 1856 was hij geheimschrijver bij de posterijen te Berlijn, in 1865 geheimposterij met bijna alle Europésche Staten, alsmede het verdrag van 28 Januarij 1867, waarbij het postregt van Thurn en Taxis aan Pruissen werd opgedragen. Voorts legde hij zich toe op de kennis van verschillende talen en deed buitenlandsche reizen om zich van den toestand van het postwezen in andere rijken te vergewissen.
In 1870 werd hij benoemd tot directeur-generaal der posterijen, en kweet zich aanstonds van zijne taak door de inrigting van een veldpost, die het regelmatig brievenverkeer tusschen de Duitsche troepen en het vaderland op eene uitstekende wijze bevorderde. Stephan werd allengs de hervormer van het postwezen, niet alleen in Pruissen, maar over de geheele wereld. Hij is de grondlegger der algemeene postvereeniging, terwijl hij tevens zorgde voor verbetering van het lot der ambtenaren. In 1876 werd hij benoemd tot postmeester-generaal en tevens belast met het beheer van de zaken der telegraphie. Ook op laatstgenoemd gebied was hij met ijver werkzaam; in den tijd van 3 jaar was het aantal ambtenaren verdubbeld, — er werden onderaardsche lijnen aangelegd, en het tarief onderging eene belangrijke herziening. Stephan is sedert 1872 lid van het Huis der Heeren in Pruissen, eershalve doctor der universiteit te Halle, en geniet de algemeene achting. Hij schreef o. a. een „Leitfaden zur Anfertigung schriftlicher Arbeiten für junge Postbeamte”, — „Geschichte der preuszischen Post (1859)”, — een belangrijk boek over Egypte (1872), en onderscheidene opstellen in jaarboeken en tijdschriften.