Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Stenographie

betekenis & definitie

Stenographie (snelschrijverij) is de kunst om door eenvoudiger teekens dan de gewone letters het schrijven te bespoedigen. Het schrijven met verkortingen was reeds bij de oude Grieken en Romeinen in zwang. Later verdween de stenographie uit de rij der kunsten, totdat men haar, inzonderheid ter opteekening van openbare redevoeringen, weder noodig had. Deze behoefte openbaarde zich het eerst in Engeland, waar tegen het einde der 16de eeuw Ratcliff, Bright en Bales hunne denkbeelden over die aangelegenheid openbaar maakten, waarna Shelton in 1655 voor den dag kwam met een stelsel, dat de grondslag werd van alle volgende.

Voorts leverde Ramley eene Fransche stenographie, terwijl Thévénot en Taylor de kunst verbeterden. In Duitschland zijn stenographische stelsels ingevoerd door Gabelsberger (1823) en Stolze (1835), doch ook deze zijn later verbeterd en gewijzigd en hier en daar vervangen door het stelsel van Arends („Leitfaden”, 9de druk, 1877), nog weêr hervormd door Roller („Einfache Stenographie”, 1876)”. Ook in andere rijken heeft de stenographie zich ontwikkeld te gelijk met het parlementaire leven.

Na de grondwetsherziening van 1848 wenschte men ook in Nederland een juist en volledig verslag te geven van de handelingen der Staten-Generaal. Dit kon alleen door de stenographie geschieden, en Tétar van Elven, ambtenaar bij het ministérie van Binnenlandsche Zaken, paste haar toe op de Nederlandsche taal. Reeds had in 1673 Johan Reynier, koopman te Rotterdam, een gebrekkig stelsel van stenographie geleverd, — ook was op eene prijsvraag, in 1826 uitgeschreven, omtrent eene Nederlandsche stenographie een vrij goed antwoord van Somerhausen ingezonden en bekroond; maar van Elven verbeterde het werk van zijne voorgangers en bedacht een practisch en bruikbaar stelsel. Hij zag zich met de opleiding van stenographen belast, nadat in September 1849 een achttal, dat reeds vroeger door hem gevormd werd, in dienst was gesteld bij de Staten-Generaal. Het alphabet van van Elven bestaat enkel uit boogjes en lijnen. Verwante letters hebben hetzelfde teeken, alle overtollige letters en lettergrepen worden weggelaten, alle mogelijke zamentrekkingen gebezigd; voorzetsels worden door verkortingen, voorvoegsels met eene stomme e óf in het geheel niet óf enkel door de medeklinkers aangegeven. Ook de uitgangen zijn verkort, — en wordt als uitgang niet geschreven en als voegwoord door een punt aangeduid. Eindelijk heeft men korte teekens voor dikwijls voorkomende woorden.