Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Spandaw

betekenis & definitie

Spandaw (Hajo Albert), een verdienstelijk Nederlandsch dichter, geboren te Vries den 23sten October 1777, studeerde te Groningen en promoveerde aldaar in de regten in 1799. Daarna werd hij secretaris van Sappemeer en in 1803 van de beide Oldambten, en in 1811, toen deze betrekking verviel, regter van instructie. Laatstgenoemd ambt legde hij evenwel neder, vestigde zich als advocaat te Groningen en had eerlang eene zoo drukke regtspractijk, dat hij een professoraat aan de Groninger académie van de hand wees. In 1817 werd hij griffier der Staten van Groningen, in 1840 lid van de dubbele Kamer der Staten-Generaal en in 1846 raadsheer in het provinciaal geregtshof te Groningen, alwaar hij den 28sten October 1855 overleed.

Van zijne werken vermelden wij: „Vriendschap en liefde, tooneelspel (1800)'’, — „Ontmoeting en vergeving, tooneelspel (1801)”, — „Gedichten en redevoeringen (1803)”, — „Gedichten (1805)”, — „De vrouwen, in 4 zangen (1807; 2de druk 1812)'’ — „Poezij (1809)”, — „Nederlands verlossing, dichterlijke uitboezeming (1814)”, — „Nederlands behoud (1815)”, — „Lofrede op Willem den Eerste, Prins van Oranje (1821)”, — „Hulde aan de nagedachtenis van graaf Adolf van Nassau (1827)”, — „Vrouwelijk schoon, dichtstuk (1835)”, — Gedichten (1835, 4 dln)”, — „Nieuwe verspreide Poëzij enz. (1847)”, — onderscheidene Vaderlandsche zangen, van welke vooral: „De nieuwe haring” en „Neerlands roem” algemeen bekend zijn, — en een aantal bijdragen in tijdschriften en jaarboekjes.

< >