Spandau, eene als staatsgevangenis beruchte vesting in het Pruissische district Potsdam, aan de Havel en aan den mond van de Spree, alsmede aan den spoorweg van Berlijn naar Hamburg en van Berlijn naar Lehrte, is de zetel van eene arrondissementsregtbank.
Voorts heeft men er: 2 Protestantsche kerken en ééne R. Katholieke, een gymnasium, eene militaire schietschool, een stedelijk ziekenhuis, 2 hospitalen, een militair lazareth, eene militaire gevangenis, eene druk bezochte paardenmarkt, veel scheepvaart en met het garnizoen bijna 30000 inwoners. Er zijn onderscheidene fabrieken, en de stad is, ter beveiliging van Berlijn, met hare gedetacheerde forten eene vesting van den eersten rang.
In de citadél verheft zich de Juliustoren met den oorlogsschat van het Duitsche Rijk. — Spandau is eene der oudste steden van den Middelmark; reeds in de 13de eeuw verkreeg zij stedelijke regten, was langen tijd de residentie der Keurvorsten van Brandenburg, maar moest zich in 1635 overgeven aan de Zweden. In 1806 werd zij door de Franschen en in 1813 wederom door de Pruissen veroverd.