Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Soenda-eilanden

betekenis & definitie

Soenda-eilanden is de naam van de eilanden, welke zich in de Indische Zee van het schier-eiland Malakka tot aan Nieuw-Holland uitstrekken.

Zij tellen op 31631 □ geogr. mijl ruim 26 millioen inwoners, onder welke zich slechts 60000 Europeanen bevinden, en worden verdeeld in Groote Soenda-eilanden, namelijk Sumatra, Java, Bornéo, Celébes, Banka en Biliton, en in Kleine Soenda-eilanden, van welke Bali, Lombok, Soembawa, Flores, Sandelhout-eiland, Adanara, Solor, Savo, Lomblen, Pantar, Alor, Ombaai, Timor, Samao, Kambing, Rotti en Daw de voornaamste Zijn. Al deze eilanden Zijn vulcanisch van aard en door smalle straten van elkander gescheiden. De bodem is er in het algemeen vruchtbaar en de plantengroei welig. De saizoenen zijn er zeer regelmatig; de westmoesson waait er van November tot April en de oostmoesson van April tot November. Deze eilanden zijn nagenoeg allen onderworpen aan het middellijk of onmiddellijk gezag van Nederland. — Straat Soenda is de zeeëngte tusschen Sumatra en Java. Zij verbindt de Indische Zee met de Java-Zee en bevat twee merkwaardige vaarwaters. Schepen, van Bengalen of Europa naar eene der havens van Java bestemd, kiezen gewoonlijk het vaarwater tusschen het Prinsen-eiland en Java’s Westhoek (Behouden Passage), terwijl schepen uit straat Banka het vaarwater kiezen tusschen Prinsen eiland en Sumatra. Stroomen en winden zijn er echter dikwijls ongunstig, zoodat van dien regel moet worden afgeweken.

Het naauwe gedeelte begint tusschen kaap Lesong en het eiland Krakatao, waar de breedte 17 Engelsche mijl bedraagt. Tusschen kaap Bangkoewan op Java en den Varkenshoek op Sumatra is de breedte tot 12 Engelsche mijl verminderd. De straat is 70 Engelsche mijl lang. Midden in het vaarwater liggen de eilanden Dwars-in-den-weg en Toppershoedje. Ook heeft men er onderscheidene andere eilanden. Bij Anjer op Java verheft er zich een vuurtoren. — Eindelijk vermelden wij nog de Soendanézen, een volksstam , die het westelijk gedeelte van Java bewoont. Zij beschouwen zich als de oorspronkelijke inboorlingen des lands en verschillen in alle opzigten veel van de Javanen, terwijl hunne taal een afzonderlijken tak vormt van den Maleischen stam. Men heeft: een „Nederduitsch-Maleisch en Soendasch Woordenboek” van A. de Wilde, uitgegeven in 1841 door den hoogleeraar Roorda.